Iedereen maakt fouten, maar hoe ga je ermee om? Een mea culpa neemt de tuchtrechtelijke verwijtbaarheid niet weg, maar beïnvloedt wel de maatregel.

Het accent van de tuchtrechter is verschoven van disciplineren naar kwaliteitstoetsing, zei Robert Sanders, advocaat bij de Nederlandse orde van advocaten, onlangs. Hij promoveerde deze maand op dit onderwerp. En inderdaad komen er heel wat zaken voorbij waarin de tuchtrechter inhoudelijk kijkt of de dienstverlening wel deugde.

Zo ook in het geval van mr. X, die optrad voor een echtpaar dat in de clinch lag met de vrouw van hun overleden zoon. Die vrouw was bestuurder van twee vennootschappen, waarin een sportschool annex handel in voedingssuplementen werd gerund. De zoon was ook bij de sportschool betrokken geweest. Na zijn dood had het ouderpaar een schuld van de sportschool voldaan en dat geld wilden ze terug.  Mr. X dagvaardde een van de twee vennootschappen, terwijl de vordering op beide betrekking had.

Dat was natuurlijk niet handig. Mr. X had in het handelsregister kunnen zien dat de sportschool door twee BV’s werd gedreven en beide namen stonden ook op een betalingsbewijs dat hij van het paar had ontvangen.

Toen mr. X zijn fout inzag, speelde hij open kaart met de cliënten en liet hij de fout kosteloos door zijn kantoor herstellen.

In een serie klachten verwijt het ouderpaar mr. X onder andere deze dagvaardingskwestie. De Amsterdamse tuchtrechter overweegt dat er sprake is van een beroepsfout en dat de manier waarop mr. X daarmee naderhand was omgegaan de tuchtrechtelijke verwijtbaarheid niet kan wegnemen. De klacht was dus gegrond, maar die keurige reactie was wel een reden om af te zien van het opleggen van een maatregel.

Het paar verweet mr. X daarnaast onder meer dat hij tijdens een comparitie een beroep had gedaan op een verouderde richtlijn. Aanleiding was dat de kleindochter van zijn cliënten op de zitting aanwezig was en dat de cliënten daar apert op tegen waren. Mr. X had aangevoerd dat een vijftienjarige er volgens de geldende richtlijnen niet bij mocht zijn, maar de rechter was daaraan voorbij gegaan – die richtlijn was veranderd.

De tuchtrechter is praktisch: mr. X had dan wel geen valide argument aangevoerd, maar wat had hij dan moeten zeggen? Die klacht (en ook de rest van de klachten) is ongegrond.

Beroep staat nog open.

Trudeke Sillevis Smitt

Advertentie