Vreemdelingen met een gevangenisstraf vragen regelmatig strafonderbreking aan. Ze kunnen dan kiezen terug te keren naar hun eigen land en daardoor een deel van hun straf ontlopen, stelt het AD.
In 2015 en 2016 gaat het om in totaal ongeveer achthonderd vluchtelingen; in 2017 zijn dat er tot op heden zo’n tweehonderd. De gepleegde delicten lopen daarbij uiteen van kleine diefstallen tot drugssmokkel en zedendelicten.
Op grond van de regeling uit 2012 moeten de veroordeelde vreemdelingen minimaal de helft van hun straf hebben uitgezeten én moeten ze kunnen aantonen dat ze daadwerkelijk het land verlaten. Komen ze terug naar Nederland, dan wacht alsnog het uitzitten van de rest van de celstraf. Ongeveer de helft van de veroordeelde vluchtelingen stemt in met de regeling.
Aanscherpen
Klaas Dijkhoff (VVD), destijds staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, beloofde in april van dit jaar de regeling aan te scherpen naar aanleiding van de zaak van de Poolse doodrijder, maar dat is nog niet gebeurd. Die taak is volgens hem nu weggelegd voor de volgende minister of staatssecretaris.