Eelkje van de Kuilen (35), ondernemingsrechtadvocaat bij AKD te Breda
‘Ik maak het niet zo vaak mee dat cliënten uitgebreid over nietzakelijke onderwerpen willen spreken. Je kunt dat zelf ook onder controle houden door duidelijke vragen over de kern van de zaak te stellen, indien nodig te onderbreken en door te vragen. Dat is met een bespreking via de telefoon overigens makkelijker dan face to face. Sowieso hebben mensen dan minder de neiging om lang van stof te zijn. Met het inplannen van de afspraken houd ik ook rekening met de persoon van de cliënt. De een is kort en zakelijk, de ander is wat langer van stof. Overigens breng ik small talk, wanneer dat binnen de perken blijft, niet in rekening.’
Laura van Luipen (41), arbeidsrechtadvocaat bij Van Luipen Legal te Rotterdam
‘Herkenbaar, cliënten hebben inderdaad nog weleens de neiging om uit te weiden, zowel werkgevers als werknemers. Zeker als je net kennismaakt met een nieuwe cliënt is het even aftasten. Luchtige praatjes horen dan bij het creëren van een band. De ervaring leert ook dat informatie die in eerste instantie nutteloos lijkt en je als “onnodig uitweiden” kunt bestempelen, later toch relevant kan zijn. Wel probeer ik doorgaans snel ter zake te komen en to the point te blijven. Binnen de zaak zelf op wat zijpaden belanden is niet erg, maar veel verder dan praten over het weer of over oppervlakkige persoonlijke zaken moet het ook niet gaan.’
Peter van Hagen (58), fiscaal strafrechtadvocaat bij Hertoghs Advocaten te Rotterdam
‘Het is aan de advocaat om sturing te geven aan een gesprek met een cliënt. Dat vraagt om een goede voorbereiding. Het stellen van gerichte vragen vermindert de kans op omslachtige verhalen van cliënten. Het helpt ook om van tevoren duidelijk aan te geven hoeveel tijd voor het gesprek is gereserveerd. Mocht het dan toch uit de hand dreigen te lopen, dan kan dat natuurlijk gewoon rechtstreeks tegen de cliënt gezegd worden. Dat is wel zo duidelijk. Tegelijkertijd moet de cliënt wel zijn verhaal kunnen doen. Het is aan de advocaat om ook te letten op wat er tussen de regels door wordt verteld.’