De Haagse raad van discipline heeft een Rotterdamse advocaat een berisping gegeven. Hij stond in een echtscheidingszaak beide echtgenoten bij, maar communiceerde onvoldoende met een van de partijen.

De raad stelde voorop dat een advocaat niet de belangen van twee partijen mag behartigen als die tegenstrijdig zijn of kunnen worden. In echtscheidingszaken geldt een uitzondering voor advocaten die optreden op uitdrukkelijk verzoek van beide echtgenoten. Naast het gemeenschappelijke belang, de echtscheiding, kunnen er ook eigen belangen van de echtgenoten spelen en die kunnen tegenstijdig zijn. Voor advocaten die in echtscheidingszaken voor beide echtgenoten optreden past grote behoedzaamheid, overweegt de raad.

Die voorzichtigheid heeft de advocaat volgens de raad niet goed genoeg in acht genomen. Zo controleerde hij te laat of beide partijen wel écht achter de beslissing stonden om hen beiden door hem te laten bijstaan.

Ook betrok hij de vrouw van het stel niet bij de totstandkoming van het echtscheidingsconvenant en kreeg ze te weinig tijd om de inhoud en de gevolgen daarvan te bezinnen. Dit leidde voor haar tot financiële problemen: in het convenant stonden geen duidelijke afspraken en was geen partneralimentatie berekend. Daarnaast werd voor haar pas na ongeveer een jaar duidelijk dat een AOW-uitkering niet voor verdeling in aanmerking komt.

Klachten deels gegrond

Daarmee is de advocaat volgens de raad tekortgeschoten in de informatievoorziening en communicatie met klaagster. In zoverre achtte de raad de klacht gegrond. Het kwam de advocaat op een berisping te staan.

De vrouw klaagde verder dat de advocaat haar niet genoeg had geïnformeerd over bijstand op toevoegingsbasis. Dat leidde voor haar leidde tot onnodige advocaatkosten, stelde ze. De raad ging daar niet in mee: de advocaat had de vrouw op dat punt wel voldoende geïnformeerd.

Advertentie