Een autobiografie over de machtscultuur binnen twee grote advocatenkantoren: hoewel de meeste (bedrijfs)namen zijn geanonimiseerd, is vóór publicatie al duidelijk dat De groenteboer uit Den Haag van Hubert-Jan van Boxel om Loyens & Loeff en AKD draait. Ook de ondertitel laat weinig aan het toeval over: ‘De littekens van een kwart eeuw juridische bovenwereld’.
Van Boxel (1968) was partner bij beide kantoren. Excessieve declaraties, ellebogenwerk en een grote zucht naar macht en geld; hij kon er naar eigen zeggen niet aan wennen. Bij beide kantoren stapte hij uiteindelijk na conflicten op, voorzien van een grote hoeveelheid verhalen. ‘De anekdotes die ik vertel, zijn allemaal waargebeurd,’ meldt het voorwoord van zijn boek, waarvan Quote woensdag een voorpublicatie plaatste. ‘Er is geen sprake van enige fictie. De verhalen zijn niet uitputtend. Er zijn er meer.’
Politieke spelletjes
Alles draaide om geld, meldt Van Boxel in het boek. ‘Forse urennormen, stevige leverages en torenhoge uurtarieven golden als minimum eisen om mee te mogen doen.’ Daarnaast was er een duidelijke hiërarchie. ‘Bovenaan de ladder des aanziens stonden de M&A jongens. De advocaten die zich bezighielden met mergers and acquisitions, fusies en overnames en die in hun praktijk geen enkele moeite hadden met het halen van de normen. Onderaan diezelfde ladder stonden de zwangere vrouwen die geld kostten (…).’
Uren werden op grote schaal op creatieve wijze geschreven. ‘Zeker als de cliënt “het wel kon hebben” werd er bijgeplust. Daarnaast moest voor het einde van het jaar een lijstje worden ingevuld met je tien grootste cliënten, het bedrag dat je het afgelopen jaar aan ze had gedeclareerd en het bedrag dat je het jaar erop van plan was te declareren. Daarbij werd uitgegaan van een groei van minimaal tien procent.’
Tegenwoordig is Van Boxel adviseur en interimjurist met zijn bedrijf OrangeFox. Zijn boek wordt donderdag gepresenteerd in Eindhoven.