Is de deskundige in en buiten rechte wel deskundig en wie bepaalt dat? Het optreden van de deskundige in civiele en bestuursrechtelijke geschillen blijft een blinde vlek in de Nederlandse rechtspraak.

Door Bendert Zevenbergen

Rechters en advocaten doen op grote schaal een beroep op deskundigen, al weet niemand precies hoeveel. Volgens een rapport van de Raad voor de rechtspraak uit 2008 (‘Inschakeling van deskundigen in de rechtspraak’, het laatste grote onderzoek hiernaar) werden er in 2005 ruim 1200 deskundigen door rechters benoemd, al dan niet op verzoek van een of beide partijen. Dat komt overeen met twee procent van alle civiele en bestuursrechtelijke procedures. Veelgevraagd zijn medisch en financieel experts.

Het aantal deskundigen dat buiten rechte wordt aangezocht, is vermoedelijk een veelvoud van het aantal gerechtelijk deskundigen. In deze gevallen wordt de deskundige door een of door beide strijdende partijen ingeroepen, voor het moment dat een zaak eventueel voor de rechter komt. Het deskundigenrapport kan als bewijs worden ingebracht wanneer het geschil verder in de rechtszaal wordt uitgevochten. Dat aantal rapportages is, net als het totaal aantal deskundigen, onbekend.

In hetzelfde onderzoek van de Rechtspraak klinkt een brede roep van rechters en advocaten om een betere registratie van deskundigen en meer waarborgen voor het bewaken van hun kwaliteit. Betrokkenen in het strafrecht werden op hun wenken bediend. In 2010 wordt het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen (NRGD) opgericht, na enkele spraakmakende strafzaken waarbij deskundigen grove fouten hadden gemaakt. Dit register verzorgt opleidingen voor strafrechtdeskundigen en heeft een wettelijke basis: de strafrechter is verplicht de deskundige bij het NRGD te betrekken, of hij moet goed motiveren waarom hij hiervan afwijkt.

Dix

Pogingen van de overheid om ook op andere rechtsgebieden tot registratie en toetsing van deskundigen te komen, lopen op niets uit. Al voor de oprichting van het NRGD experimenteert de rechterlijke macht met een register voor de civiele en bestuursrechtelijke praktijk, de Deskundi­genindex of Dix. ‘Dix is niks,’ schrijft Bart Jan van Ettekoven, staatsraad in de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van de State, in een artikel uit 2016. ‘Dix bevat na acht jaar nog steeds geen betrouwbare informatie over de kwaliteit van de deskundige.’ Van Ettekoven roept het ministerie van Justitie en Veiligheid en de Rechtspraak op om nu eens stappen te zetten voor verbetering van de kwaliteit van de gerechtelijk deskundigen.

Sinds staatssecretaris Fred Teeven in 2011 stelde voorrang te geven aan het strafrecht en aan verdere kwaliteitsverbetering van het NRGD, zit er weinig schot in de zaak. Een destijds ingestelde werkgroep die tot doel had het NRGD uit te breiden met deskundigen voor civiel en bestuursrecht, al dan niet via een fusie met privaat opgezette registers, bereikte dan ook niets. Wel vloeide hier een gedragscode uit voort, die onder meer eist dat deskundigen onafhankelijk moeten rapporteren. Over de inhoudelijke kwaliteit van deskundigen zegt de code niet meer dan dat deze ‘vakbekwaam’ moet zijn.

Een van die private initiatieven is het Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen (LRGD) dat op op 1 januari 2007 zijn eerste deskundige registreerde. Inmiddels staan er 305 deskundigen op de lijst, hoofdzakelijk actief in het civiele en bestuursrecht. Op 23 november viert het LRGD het tienjarig bestaan met een symposium.

Knieoperaties

‘Het optreden in rechte is eigenlijk een vak dat je moet leren,’ zegt Nico Keijser, secretaris van het LRGD. ‘Iemand kan goed zijn in knieoperaties, maar als die persoon geen goed rapport oplevert en niet analytisch kan schrijven, is het geen goede deskundige.’ Het LRGD accrediteert – net als het NRGD – trainingen in procesrecht en bewijsrecht. De inhoudelijke kwaliteit van deskundigen wordt verondersteld voort te vloeien uit het lidmaatschap van een van de 65 door het LRGD geaccrediteerde beroepsorganisaties, zoals het Nivre, de NVM, de NBA of de NVvN. Deskundigen die lid zijn van zo’n beroepsorganisatie en die aan de eisen van het LRGD voldoen, kunnen geregistreerd worden.

Volgens Keijser wint de geregistreerde deskundige aan belang. ‘Tot tien jaar geleden ging de rechter doorgaans mee in een voorstel van partijen voor een te benoemen deskundige. Inmiddels zijn wijze lessen getrokken en zien rechters in dat ze deskundigen zelf moeten toetsen. De civiele rechter is niet verplicht gebruik te maken van een register, maar die kant gaat het wel op. Registratie en een kwaliteitstoets worden veel belangrijker.’

Woordvoerder Barbara den Uijl van de Rechtspraak beaamt dat. ‘Voor rechters is het van belang dat ze te maken hebben met deskundigen die ze kunnen vertrouwen.’ Ze wil echter geen oordeel geven over het LRGD. ‘We hebben geen onderzoek gedaan naar private initiatieven. Het NRGD is succesvol en we zetten nog steeds in op de uitbreiding van het NRGD met een civiel en bestuursrechtelijk register.’

Register

Het LRGD richt zich vooral op deskundigen die door de rechter worden benoemd, maar ook advocaten en partijen kunnen direct bij het register terecht. Cijfers van het aantal benoemingen in en buiten rechte van LRGD-deskundigen zijn niet bekend. ‘Die gegevens verzamelen wij niet,’ aldus Keijser.

Advocaat Christiaan Alberdingk Thijm van bureau Brandeis hecht niet veel waarde aan de opleiding en toetsen van het LRGD. ‘Voor mij is inhoudelijke kennis van belang, niet zozeer of iemand ook proceskennis heeft. Het register is geen garantie voor deskundigheid.’

Als specialist in internet- en auteursrecht zoekt Alberdingk Thijm regelmatig experts met specialistische technische kennis. ‘Dat kan gaan over mobiele telefonie, mensen die intellectueel eigendom kunnen waarderen of over plagiaat. Ik zoek binnen mijn eigen contacten en kijk niet in het register. Er zijn genoeg mensen die zich IT’er noemen, maar dat is niet genoeg. Daarbinnen zijn werelden van verschil.’

Alberdingk Thijm laat het er zelden op aan komen dat de rechter een deskundige moet benoemen. Toch kan het buiten rechte inhuren van een geregistreerde deskundige wel een rol spelen als een zaak uiteindelijk voor de rechter komt. ‘Omdat de rechter de inhoud van een deskundigenrapport niet altijd kan beoordelen, is het mooi meegenomen als iemand ook enige reputatie heeft. Daarom heb ik het liefst deskundigen van naam en faam, of iemand die vaker als deskundige in geschillen optreedt. Het is positief als deze dan ook nog in het register staat.’

Marco Zwagerman van Beer advocaten heeft als letselschadeadvocaat in vrijwel elke zaak te maken met deskundigen. Net als Alberdingk Thijm stelt hij deze veelvuldig buiten rechte aan, doorgaans met goedkeuring van beide partijen. Het gaat vooral om medici, arbeidsdeskundigen of actuarissen die de schade door arbeidsongeschiktheid moeten vaststellen.

Zwagerman werkt altijd met een medisch adviseur. Die heeft een eigen lijst van deskundigen en gaat meestal buiten het register om. ‘Of iemand kennis en ervaring heeft, is van het grootste belang. Zaken als onafhankelijkheid en de wijze van rapporteren, zijn eigenlijk vanzelfsprekend.

Het stempeltje van het register laat alleen zien of je een bepaald diploma hebt en dat je weet hoe je moet rapporteren. Deskundigen die niet in het register staan, voldoen ook aan de inhoudelijke eisen van hun eigen beroepsgroep.’

Beroepsziekten

Daarmee is niet gezegd dat goede deskundigen voor het bepalen van medische aansprakelijkheid en causaliteit bij beroepsziekten voor het oprapen liggen. ‘Soms zijn deskundigenberichten niet goed gemotiveerd, of worden ze onvoldoende ondersteund door de literatuur. De rechter is hier niet altijd kritisch op, zeker wanneer hij de deskundige zelf heeft aangesteld. Dat kan natuurlijk in je voordeel uitvallen, maar het doet geen recht aan een eerlijk proces.’

En soms keert een slecht rapport zich tegen Zwagerman, die altijd voor het slachtoffer optreedt. Hij wordt dan gedwongen een contradeskundige te laten komen. ‘Voor de meeste slachtoffers is dit een kostbare aangelegenheid, niet voor de verzekeraars die ik vaak tegenover me heb.’ Ook in toevoegingszaken zijn de kosten, doorgaans tussen de 3.000 en 5.000 euro, voor het slachtoffer. ‘De overheid zou hiervoor met een compensatieregeling moeten komen. Om zo uit oogpunt van equality of arms het verstoorde evenwicht te herstellen.’

Oplossing

De oplossing voor het beter functioneren van de deskundige ziet Zwagerman niet zozeer in het uitbreiden van de registers. ‘Wel zouden de eisen aan rapporten kunnen worden aangescherpt. De standaarden hiervoor zijn er nog onvoldoende.’

Raimond Giard heeft als arts, jurist en deskundige veel over het onderwerp gepubliceerd. Hij is somber over het niveau van de deskundige. ‘De opleidingen en toetsen van het LRGD en het NRGD richten zich op de procesrechtelijke kant. Dat iemand kennis heeft van het recht zegt verder niets over het rapport dat wordt afgeleverd. Anekdotisch materiaal levert op dat de meerderheid van de rapporten over medische aansprakelijkheid niet goed is.’

Volgens Giard wordt bij deze registers ‘vooral afgevinkt of iemand wel wetenschappelijk werk heeft verricht, onafhankelijk is, proceskennis heeft en zo meer. Dat zijn allemaal globale zaken. Voor een goed deskundigenrapport gaat het erom dat je toetst welke bronnen iemand gebruikt, welke methoden worden gevolgd en of de keuze voor bepaalde scenario’s gemotiveerd is. Het hebben van medische kennis wil niet zeggen dat je kunt beoordelen of er een fout is gemaakt’.

Giard vindt dat rechters de kwaliteit van deskundigenrapporten beter moeten kunnen inschatten. ‘Daar krijgen ze nu geen enkele training in. Dat ze vrij zijn in het wegen van het bewijs is juridisch goed te verdedigen, maar ze zouden dit vanuit een normatief wetenschappelijk beoordelings­kader moeten doen.’

Dit artikel is ook verschenen in het Advocatenblad van november 2017.

Advertentie