Het ministerie van Justitie en Veiligheid is niet gesplitst, maar heeft twee ministers aan het roer gekregen. ‘Een valse start,’ vindt de SP. Volgens D66 kan het geplaagde departement nu juist weer in balans komen.

Door Maarten Bakker / Beeld Wilmar Dik

Op donderdag 26 oktober vond de formele overdracht van de taken op het ministerie plaats. Een fotomoment. Vertrekkend minister Stef Blok (VVD) overhandigt een glanzend bruine, leren tas waarin hij de beleidsstukken in het weekend naar huis nam, aan zijn opvolgers Ferdinand Grapperhaus (CDA) en Sander Dekker (VVD). ‘Jullie moeten er wel samen mee doen,’ grapt Blok en verdwijnt voor de laatste keer naar zijn werkkamer.

De nieuwe coalitie van CDA, ChristenUnie, D66 en VVD heeft gekozen voor een tweekoppige leiding op het ministerie van Justitie en Veiligheid. Zij moeten de problemen oplossen waarmee het departement kampt (oprichting van de Nationale Politie, tekorten bij de Rechtspraak en het OM, functioneren van het ministerie) en die de ministers Opstelten en Van der Steur en staatssecretaris Teeven de kop kostte.

Het leek er aanvankelijk op dat het superministerie gesplitst zou worden. D66-kopstukken pleitten voor een terugkeer van de politie naar het ministerie van Binnenlandse Zaken, binnen de VVD werd gesproken over een overheveling van vreemdelingenzaken naar een ander departement. Daar is het niet van gekomen. Premier Rutte heeft bestuursvoorzitter Ferdinand Grapperhaus van advocatenkantoor Allen & Overy aangezocht als minister van Justitie en Veiligheid. Hij neemt de politie en het Openbaar Ministerie onder zijn hoede. Sander Dekker, een vertrouweling van Rutte, mag als minister voor Rechtsbescherming onder meer de rechtsbijstand, de zittende magistratuur en het sanctiebeleid gaan doen. Hij speelt wel de tweede viool, want is minister zonder portefeuille. Grapperhaus is eerstverantwoordelijk.

Tweede man

‘De nieuwe coalitie heeft hiermee een valse start gemaakt,’ zegt SP-justitiewoordvoerder Michiel van Nispen over de benoeming van de twee ministers. Het Tweede Kamerlid was voorstander van splitsing van het ministerie. ‘Je kunt ervoor kiezen dat niet te doen, maar dan moet je wel met goede maatregelen komen.’ Die mist Van Nispen. ‘De rechtsstaat wordt nu toegewezen aan de tweede man. Het was logisch geweest als de eerste man dat zou gaan doen, als je tenminste het vertrouwen in het departement wilt herstellen.’ Dat Dekker van de VVD is, zit het Tweede Kamerlid van de SP ook niet lekker. Onder leiding van de liberalen is het juist misgegaan op het departement, constateert hij.

Van Nispen had graag gezien dat beleidsonderwerpen als rechtsbijstand rechtstreeks onder Grapperhaus zouden vallen, en niet onder Sander Dekker. ‘Dat zou veel beter zijn.’ Grapperhaus is een interessante man, die goede dingen opgeschreven heeft in Rafels aan de rechtsstaat, aldus Van Nispen. In het boek maakt de nieuwe bewindsman zich druk over de groeiende ongelijkheid, die volgens hem een bedreiging vormt voor de rechtsstaat.

Wie uitspraken van Sander Dekker leest, krijgt de indruk dat de VVD’er de lijn van ‘crime fighter’ Fred Teeven wil voortzetten. Drie jaar geleden pleitte Dekker in weekblad VN voor harder optreden tegen criminelen. ‘Ik vind dat veel politici en bestuurders daar te soft over denken,’ verklaarde hij. ‘Er is te lang gezegd: iemand die problemen veroorzaakt, moeten we helpen.’ Sander Dekker deed, voordat hij in de politiek stapte, onderzoek naar justitiële onderwerpen. Maar dat richtte zich volgens een woordvoerder van Dekker ‘met name op het terrein van politie, OM, openbare orde en crisisbestrijding’. Rechtsbijstand wordt niet genoemd.

Mandje van kandidaten

Hoogleraar Jouke de Vries van de Rijksuniversiteit Groningen noemde begin dit jaar het disfunctioneren van het ministerie van Veiligheid en Justitie, zoals het toen nog heette, ‘een gevaar voor de samenleving’. De bestuurskundige is nu, in tegenstelling tot SP-Kamerlid Van Nispen, positief over de benoeming van twee ministers op het departement. ‘Opdeling van het ministerie had alleen maar veel ellende gegeven.’ Hij vindt het belangrijk dat Grapperhaus een vakman is. ‘Bij een ministerskeuze is er altijd een mandje van kandidaten. Ze hebben er in elk geval een jurist uit gehaald.’

Volgens De Vries moet de eerstverantwoordelijke minister de ‘checks-and-balances’ tussen opsporing, vervolging en rechtsbescherming op het ‘complexe ministerie’ bewaken. ‘De minister dient er bovenop te zitten. Grapperhaus lijkt me iemand die beslissingen durft te nemen.’ Die indruk heeft ook Saskia Klosse, hoogleraar arbeidsrecht aan Maastricht University, waar Grapperhaus deeltijdhoogleraar was. ‘Hij is een stevige man, je duwt hem niet zomaar aan de kant,’ meent Klosse. ‘Hij heeft een brede ervaring met management bij Allen & Overy opgebouwd, die neemt hij mee naar Den Haag, met zijn persoonlijkheid.’

Collegiaal

Klosse beaamt dat rechtsbescherming goed in de portefeuille van Grapperhaus had gepast, gezien zijn boek Rafels aan de rechtsstaat. Maar zij ziet nog geen scenario opdoemen waarin Grapperhaus het terrein van Sander Dekker opeist, en de twee bewindslieden vervolgens elkaar de tent uitvechten. ‘Ferdinand is buitengewoon loyaal en collegiaal. Ik heb twaalf jaar een goede werkverhouding met hem gehad. Hij respecteert taken van anderen. Hij zal meedenken, maar drukt niemand weg. Hij gaat voor win-win.’

Ook D66-Kamerlid Maarten Groothuizen vindt dat met de tweekoppige leiding er weer balans kan komen op het ministerie tussen opsporing en vervolging enerzijds en rechtsbescherming en de rechtsstaat anderzijds. ‘Die tegenstelling vind ik soms wat overdreven. We hebben ingezet op een koerswijziging met meer focus op Justitie naast Veiligheid. Goed dat daar nu twee ministers mee aan de slag gaan.’

Politieke kleuren

D66-senator Thom de Graaf meende dat door de overheveling van de politie naar het ministerie in 2010 de nadruk te veel kwam te liggen op criminaliteitsbestrijding. Groothuizen heeft er vrede mee dat de politie nu toch bij het departement blijft. ‘De politie maakt onderdeel uit van de strafrechtketen,’ zegt de voormalig officier van justitie. ‘Dan is het niet gek dat ze onder één dak zit met het OM en de rechterlijke macht.’

Voor Groothuizen is het van belang dat Grapperhaus van het CDA is, en het ministerie dus niet meer een VVD-bolwerk is. ‘Het ministerie was uit de kluiten gewassen en niet te behappen voor één persoon. Met twee ministers van verschillende politieke kleuren zijn de “checks‑and‑balances” nu op orde.’

Dit artikel is ook verschenen in het Advocatenblad van november 2017.

Advertentie