Het aantal 65-plussers in de gevangenis stijgt. Hebben we in Nederland behoefte aan een speciale ouderenbajes, net zoals in Duitsland?
Door Nathalie de Graaf
Om maar gelijk met de deur in huis te vallen: het aantal gevangenen daalt in Nederland, maar de groep oudere gedetineerden neemt juist toe. Waren er in 1994 nog zestig gedetineerden van 65-plus, in 2016 steeg dat aantal naar 520. Volgens het ministerie van Justitie en Veiligheid zijn er op dit moment vijf gedetineerden ouder dan tachtig jaar.
Er zijn verschillende oorzaken voor deze toename. De Friese advocaat Wim Anker noemde eerder dit jaar in het programma Meldpunt eenzaamheid als oorzaak. Dat kan ten koste gaan van de waakzaamheid. ‘Daardoor komen ze in contact met de verkeerde mensen,’ zegt hij. Het kantoor van Anker verdedigt relatief veel ouderen die in de drugshandel belanden of een levensdelict plegen.
Peter van der Laan, hoogleraar reclassering en Lieneke de Klerk, strafrechter bij de Rechtbank Oost-Brabant, bevestigen in hetzelfde programma dat beeld. De Klerk ziet in het beklaagdenbankje steeds meer senioren die verdacht worden van een zwaar misdrijf. ‘Het lijkt wel alsof dit het gevolg is van een jarenlange, opgebouwde spanning.’ Ze merkt op dat oudere gedetineerden verhoudingsgewijs vaak first offenders zijn. Volgens Van der Laan is de vergrijzing, zelfs de dubbele vergrijzing (én we hebben meer ouderen én we worden ouder) de voornaamste verklaring van de toename. De verwachting is dan ook dat het aantal oudere gedetineerden verder toeneemt.
Ouderenbajes
De vraag rijst daarmee of we in Nederland behoefte hebben aan een speciale ouderengevangenis zoals in het Zuid-Duitse Singen. Het gebouw van deze zogenoemde ‘Rentnerknast’ is aangepast aan senioren en de gedetineerden mogen de hele dag door vrij rondlopen. Daarnaast hebben ze zes bezoekuren per maand – drie keer zoveel als andere gevangenen – en zijn er fitness- en geheugentrainingen en kook- en baklessen.
De Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten (NVSA) pleit al langer voor een soortgelijke gevangenis in Nederland. Niet alleen vanwege de voorzieningen die zo’n ouderenbajes kan bieden, maar ook vanwege het doorbreken van het isolement van oudere gevangenen.
‘Een ouderengevangenis zou gelijkvloers en rollatorvriendelijk moeten zijn,’ zegt Gertjan Mooren, advocaat bij OJW Advocaten in Goirle en penningmeester van de NVSA. ‘Ook moeten er steunen in de douche zijn en hogere wc-potten. Maar het gaat niet alleen om de voorzieningen. Ouderen in de gevangenis vereenzamen als ze in een reguliere gevangenis zitten. Ze zijn lichamelijk anders dan jongere gedetineerden, zitten in een andere fase in hun leven. Ze vinden daardoor geen aansluiting. Sterker nog, senioren zijn een zeer kwetsbare groep.’
Jan-Hein Kuijpers, advocaat bij Kuijpers & Nillesen Advocaten in Amsterdam, beaamt dit. Kuijpers verdedigde in 2015 een 83-jarige man die in hoger beroep tot acht jaar cel werd veroordeeld. Volgens hem zijn ouderen in de gevangenis vaak onderwerp van spot en pesterijen. ‘Ze passen niet binnen de hectiek van een huis van bewaring c.q. gevangenis. De machocultuur die veelal heerst, gaat volledig aan ze voorbij. Ouderen worden er zelfs bang van en leven vaak dagelijks in angst. Soms worden ze door medegedetineerden steevast aangeduid als “opa” of, zo u wilt, “oma” als waren zij knuffelbaar, gekoesterd door de medebewoners. Maar meestal zijn ze onderwerp van spot en pesterijen. Dat maakt de vrijheidsbeneming voor senioren nóg zwaarder dan dat deze al is.’
Ook Irene Klein, advocaat bij Kurvers Frencken Oerlemans Advocaten in Den Bosch, is van mening dat detentie veel zwaarder is voor ouderen. Zij stond de 76-jarige Frans H. bij. ‘In de reguliere gevangenissen zijn weinig voorzieningen voor mensen met beperkingen, laat staan voor ouderen. Zeker sinds de bezuinigingen. Bij de Tuchtraad komen dan ook steeds meer klachten binnen. Iemand die bijvoorbeeld last heeft van nek en rug moet gewoon op een keihard matras slapen. Waarom zouden er dan wel voor ouderen voorzieningen zijn? Ik heb dat in elk geval nog nooit van mijn cliënten vernomen. Sterker nog, mijn oudere cliënten zijn bang. Ze zeggen tegen mij: hier kom ik niet levend uit.’
Volgens Michel Westra, medisch adviseur bij Dienst Justitiële Inrichtingen, valt het allemaal reuze mee. Hij vindt het juist goed dat de populatie in de gevangenis uit jong en oud bestaat. ‘Dat is een afspiegeling van de maatschappij en goed voor de sociale contacten.’
Daarbij staat bij de beoordeling of iemand detentiegeschikt is niet de leeftijd centraal, maar de zorgbehoefte. Westra: ‘Aan de hand van de medische informatie die we van huisarts of specialist krijgen, wordt gekeken naar de zorg die iemand nodig heeft. In de reguliere gevangenissen zijn behoorlijk wat voorzieningen. Zo zijn er bijvoorbeeld mindervalidecellen voor gedetineerden met een rolstoel en zijn ziekenhuisbezoeken goed te regelen.’
Mocht iemand extra zorg nodig hebben dan hebben we daar in Nederland een goede instelling voor, volgens Westra. ‘Het Justitieel Centrum voor Somatische Zorg in Scheveningen is bij uitstek geschikt voor een gedetineerde die meer zorg nodig heeft. Daar is 24 uur per dag verpleging en zijn overdag meerdere vaste artsen aanwezig. ’s Nachts is één van hen direct bereikbaar. In de gevallen dat de reguliere PI niet genoeg zorg kan bieden, is er dus een oplossing.’
Alleen in heel uitzonderlijke gevallen is een veroordeelde ongeschikt voor detentie. ‘Dan kun je denken aan iemand die dementerend is,’ zegt Westra. ‘En geen besef heeft van het feit dat hij gevangenzit. Ook iemand die ziek is en in een terminaal stadium zit, kan detentieongeschikt zijn. Met de nadruk op kán, want het hóéft niet.’
Daarbij, vindt Westra, kun je het aantal gedetineerden in Nederland niet vergelijken met die van onze oosterburen. ‘In Duitsland spreek je over aantallen van vijftig- tot zestigduizend gedetineerden gemiddeld, terwijl het er hier achtduizend zijn. Een evenredig deel daarvan is de oudere gedetineerde. In Nederland gaat het om lage aantallen. Daar bouw je geen speciale gevangenis voor.’
Gertjan Mooren is het daar niet mee eens. ‘Je kunt ook beginnen met een speciale afdeling binnen reguliere gevangenissen, net zoals in Engeland waar ze speciale “wings” hebben. De vergrijzing neemt toe en de verwachting is dan ook dat het aantal oudere gevangen zal stijgen. Daar moet je iets mee.’
Ook Jan-Hein Kuijpers pleit daarvoor. ‘De huidige inrichting van de PI’s is niet ingericht op mensen die niet meer energiek en twijfelachtig ter been zijn. Ik ben van mening dat er een oplossing gezocht dient te worden en wel zo snel mogelijk. Detentie dient immers, waar justitie voor staat, humaan te zijn. Het zou daarom goed zijn als er op zijn minst één afdeling zou bestaan waar enkel ouderen verblijven. Dat moet ook niet zo moeilijk te realiseren zijn. Door de bezuinigingen op de politie wordt er minder opgespoord en zijn er ook minder cellen nodig. Er staat dus veel leeg. Er worden zelfs nog cellen bijgebouwd.’
Wim Anker heeft in PI Zwolle gezien dat een tachtigjarige mevrouw meerdere PIW’ers nodig had om haar te helpen met douchen, vertelt hij. ‘Als deze mevrouw even een moment alleen is en valt, dan is het voorpaginanieuws. Pas dán komt het departement in actie. Maar regeren is vooruitzien.’ Hij roept het kabinet dan ook op om te kijken naar mogelijkheden zoals in Duitsland en Engeland.
Voormalig staatssecretaris Dijkhoff van Justitie achtte speciale ouderenplekken niet nodig. In 2016 antwoordde hij op Kamervragen: ‘Er zijn in de Nederlandse gevangenissen geen speciale detentieplekken ingericht voor zestigplussers. Ik acht dit ook niet noodzakelijk. Aan iedere gedetineerde wordt zorg op maat geleverd. Dit houdt in dat iedere gedetineerde met een psychische of fysieke beperking de zorg en de voorzieningen krijgt die hij of zij nodig heeft. De zorgbehoefte van een gedetineerde staat centraal, niet de leeftijd.’
Rechtspraak en ouderen
Wim Anker pleit voor speciaal seniorenstrafrecht, net zoals het jeugdstrafrecht. Is dat wenselijk? Lieneke de Klerk, strafrechter bij de Rechtbank Oost-Brabant, vindt van niet. ‘De reden voor apart jeugdstrafrecht is de pedagogische insteek, een dergelijke bijzondere insteek is bij ouderen niet aan de orde. Mochten er dingen spelen qua geestelijke gezondheid en toerekeningsvatbaarheid bij een oudere verdachte dan kan de rechter zich laten voorlichten door een geriater, psychiater en/of psycholoog.
Daarbij komt dat de leeftijdsgrens bij het jeugdstrafrecht is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Bij ouderen is een dergelijke grens niet te trekken. De een is al dementerend op zijn zestigste terwijl een ander tot op hoge leeftijd nog helder van geest is.’ Jan-Hein Kuijpers merkt dat de straffen voor ouderen in de praktijk wel lager liggen dan die voor jongere verdachten. ‘Echt oude veroordeelden hebben immers ook al snel een straf te pakken die neerkomt op levenslang. Het is dan logisch dat daar rekening mee wordt gehouden. Met dien verstande dat de delicten die door de onderhavige bejaarden worden gepleegd veelal niet met een criminele intentie worden gepleegd.
Vaak zijn het geweldsdelicten waarbij menigmaal het slachtoffer het leven laat, in de directe omgeving. Die delicten worden dan gepleegd uit emotie, niet met kwaad opzet. Ouderen zijn dus sneller angstig, maar zij zitten ook sneller in de hoogste emotionele versnelling dan jongeren. Soms dus met alle gevolgen van dien.’
Dit artikel is ook verschenen in het Advocatenblad van november 2017.