Van de advocaten die rechtsbijstand verlenen op toevoeging vreest 85 procent voor de toekomst. Dat blijkt uit een onderzoek van de Raad voor Rechtsbijstand dat woensdag is gepubliceerd.
Advocaten die gefinancierde rechtsbijstand verlenen, besteden momenteel gemiddeld tweederde van hun effectieve cliëntentijd aan toevoegingszaken. Het gaat daarbij voornamelijk om de kleinere kantoren (tot vijf advocaten) en eenpitters. De overige eenderde bestaat uit betalende cliënten, terwijl de respondenten dat graag zouden zien stijgen naar meer dan de helft.
Belangrijkste kritiekpunt van de ruim 2.100 deelnemende advocaten is dat de gemaakte uren niet in verhouding staan tot de vergoeding. Door de bezuinigingen moeten kantoren inkrimpen of worden bedreigd met sluiting. Verzoeken om extra uren worden volgens de respondenten standaard afgewezen.
Daarnaast wordt het voornemen dat het Juridisch Loket taken gaat overnemen van de sociale advocatuur gezien als een serieuze bedreiging. Men vreest dat als de plannen doorgaan, de medewerkers van het Juridisch Loket op de stoel van de advocatuur zullen gaan zitten.
Geen extra geld rechtsbijstand
Het onderzoek dateert van juni dit jaar, voordat de commissie-Van der Meer haar rapport over de puntentoekenning publiceerde. Ondanks de zorgen hoeven rechtsbijstandverleners de komende tijd niet te rekenen op extra geld om de situatie te verlichten. Minister Dekker van Rechtsbescherming gaat het komende half jaar met alle betrokken partijen op zoek naar mogelijkheden om het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand te verbeteren.