Wat zijn ook weer de regels rond het betalen en in ontvangst nemen van contant geld? Mag je ‘tot en met’ € 5.000 euro aannemen zonder overleg, of is het ‘tot’ dat bedrag? Ja ja, je moet het precies weten. Een beetje goochelen met klok en klepel levert niks op.
In november 2016 kreeg mr. X tot twee keer toe zijn cliënt meneer K aan de deur met met een bedrag van € 5.000 in contanten. De ene keer namens de ene vennootschap, de andere keer namens een andere, althans dat dacht mr. X. Kan precies, dacht hij nog. Maar hij zat ernaast.
Contante betalingen doen of ontvangen mag alleen als er feiten of omstandigheden zijn die dat rechtvaardigen. En als het gaat om een gezamenlijk bedrag van € 5.000 of meer in één zaak, of in één jaar voor dezelfde cliënt, moet je vooraf overleggen met de deken. Is overleg voorafgaand aan de betaling redelijkerwijs niet mogelijk, dan moet het subiet daarna. Aldus artikel 6.27 Voda.
Maar mr. X kwam er pas in januari 2017 achter dat hij in dit geval met de deken had moeten overleggen. Hij stapte alsnog zelf naar de toezichthouder: per ongeluk geen overleg gepleegd, sorry, en graag tot nadere toelichting bereid. Er volgde een gesprek, maar wat daarin ook werd gezegd, de deken kende geen genade: hij diende een bezwaar in bij de tuchtrechter.
Ook daar erkent mr. X dat hij fout zat – maar ja, hij dacht dus dat het ‘tot en met’ was en dat het om twee verschillende cliënten ging, en inmiddels nam men op kantoor helemaal geen contante betalingen meer aan…
Maar net als de deken houdt de Bossche tuchtrechter het strak. Binnen een jaar 2 x € 5.000, zonder overleg met de deken, en zonder feiten of omstandigheden die contante betaling überhaupt rechtvaardigden: het leverde mr. X een waarschuwing op. Waarbij de spontane melding van de fout dan wel als verzachtende omstandigheid werd meegewogen.
Wat moet je je trouwens voorstellen bij ‘feiten of omstandigheden die contante betaling rechtvaardigen’? De toelichting bij artikel 6.27 Voda noemt een paar voorbeelden: betaling van de eigen bijdrage bij een toevoeging, de betaling van griffierecht, of het geval dat de cliënt bijvoorbeeld geen bankrekening kan krijgen of dat zijn rekening is geblokkeerd.
Mr. X kan nog in beroep. Net als een andere mr. X, die in een zaak over hetzelfde onderwerp maar met iets andere feiten op dezelfde dag door dezelfde tuchtrechter gewaarschuwd werd.