Het plan van de NOvA om advocaat-stagiairs een ingangstoets af te nemen voordat ze aan de beroepsopleiding mogen beginnen, krijgt vooralsnog weinig steun van het College van Afgevaardigden. Ook de kosten van de toekomstige beroepsopleiding vormen een bron van zorg.
Dat bleek woensdag in Utrecht tijdens de kwartaalvergadering van het College van Afgevaardigden van de NOvA. Dat boog zich over BA2020, zoals het project is gedoopt. Diverse regionale fracties binnen het CvA vinden de voorstellen te complex. Met name het idee om stagiairs na de beëdiging een ingangstoets af te nemen, kan op weinig bijval rekenen. ‘Arbeidsrechtelijk stuit dat op bezwaren’, zei advocaat Richard van der Zwan van de fractie Den Haag. ‘Kies dan voor een bar-examen.’
Een advocaat-stagiair die aan de beroepsopleiding begint is doorgaans in dienst van een kantoor en heeft daarmee een arbeidscontract op zak. Als hij vervolgens zakt voor de ingangstoets, is niet duidelijk wat de gevolgen zijn voor zijn arbeidsrelatie.
Een mogelijke oplossing is om de ingangstoets af te nemen voordat beëdiging plaatsvindt, maar dat vergt aanpassing van de Advocatenwet. Praktisch lukt dat niet meer voor 1 maart 2020. Dan loopt het contract af met CPO en Dialogue die momenteel gezamenlijk als uitvoeringsorganisatie UO de opleiding verzorgen.
Universiteit
Volgens advocaat Anthony Wijnberg dient de ingangstoets sowieso geen enkel doel. ‘Iedereen die advocaat wil worden, heeft een werkgever nodig. Die selecteert vooraf op zorgvuldige wijze’, stelde hij namens Noord-Nederland. Bovendien garandeert het universiteitsdiploma in zijn ogen voldoende kennisniveau.
Over de bruikbaarheid van het civiel effect als opstap naar de advocatuur liepen woensdag de meningen uiteen. Volgens algemeen deken Bart van Tongeren bestaan er in de praktijk grote verschillen in kennisniveau van beginnende advocaat-stagiairs. ‘Daardoor moet er tijdens de beroepsopleiding veel stof worden herhaald die op de universiteit al is behandeld. De trage leerling houdt de boel op en dat gaat ten nadele van de rest.’ Volgens de deken moet de beroepsopleiding met name zijn gericht op de toepassing van theoretische kennis, de daarbij behorende vaardigheden en op de beroepsethiek.
Kosten
De Amsterdamse fractie sprak woensdag ook haar zorgen uit over de kosten van de beroepsopleiding. Volgens advocaat Brechje van der Velden moet de opleiding ‘substantieel goedkoper’ worden, om te voorkomen dat alleen grote kantoren de kosten nog kunnen dragen.
Ook advocaat Fred Schalker van de fractie Den Haag vindt de betaalbaarheid van de beroepsopleiding van groot belang. ‘Hoe gaan we er voor zorgen dat we genoeg sociaal advocaten opleiden?’, vroeg hij zich.
Volgens algemeen deken Van Tongeren is nog niet duidelijk hoe duur de beroepsopleiding straks gaat worden. ‘Alles is er op gericht het niet duurder te maken. Het aantal dagdelen onderwijs wordt aanzienlijk minder.’
Het College van Afgevaardigden vergadert volgend jaar maart opnieuw verder over de kwestie. In de tussentijd zet de NOvA met een beperkt aantal CvA-leden de discussie voort.