De Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden heeft een advocaat voor vier weken voorwaardelijk geschorst. De advocaat zou onvoldoende hebben gedaan om de psychische gesteldheid van zijn cliënt te onderzoeken.
De cliënt van de advocaat is een 58-jarige psychisch kwetsbare patiënt die sinds januari 2014 in een zorg- en behandelcentrum voor jong dementerenden verblijft. Aan zijn vrouw, tevens klaagster, is destijds een volmacht verleend om de belangen van de man te behartigen. In januari 2015 geeft de man aan zijn levenstestament te willen aanpassen en bezoekt met zijn advocaat een notaris. Een week later wordt de volmacht van zijn vrouw ingetrokken en verleend aan een zus en tante van de cliënt.
Klachten
De vrouw dient daarop verschillende klachten in tegen de advocaat. Hij zou de zaak hebben aangenomen, ondanks het advies van het behandelcentrum om dat niet te doen. Daarnaast nam de advocaat dat wat de cliënt hem vertelde aan voor waar, zonder zijn ziektebeeld in acht te nemen of te overleggen met diens vrouw. Ook zou hij onjuiste tarieven hebben gehanteerd en uren hebben gefactureerd die niet aan de zaak werden besteed.
Deels gegrond
De raad oordeelt dat de advocaat inderdaad te weinig heeft gedaan om de geestestoestand van zijn cliënt goed te onderzoeken. Hij trok te snel conclusies en nam het advies van het behandelcentrum niet serieus. Ook heeft hij geen informatie ingewonnen bij diens familieleden en had hij met de vrouw van de man, toen zij nog bewindvoerder was, contact op moeten nemen.
Verder meent de raad dat de advocaat zijn cliënt niet voldoende heeft gewezen op de mogelijkheid van gefinancierde rechtsbijstand, waardoor diens belangen werden geschaad. De klacht dat de ingediende declaraties excessief zijn, houdt daarentegen geen stand en is dus ongegrond.
Voor de raad al met al voldoende reden om een voorwaardelijke schorsing van vier weken op te leggen.