De reorganisatie van de gerechten en parketten in 2013 heeft nog niet het gewenste effect gehad, stelt een onafhankelijke commissie in een evaluatie. Er is meer tijd nodig om de doelstellingen van destijds te realiseren.
De commissie Evaluatie Wet herziening gerechtelijke kaart overhandigde haar rapport maandag aan minister Sander Dekker van Rechtsbescherming. Vijf jaar na de start van de reorganisatie is het proces nog lang niet afgerond, zo luidt de conclusie. De zogeheten Wet HGK leidde onder meer tot vermindering van het aantal rechtbanken van negentien naar elf en het aantal ressortparketten van vijf naar één. Doel was de efficiëntie, kennis en deskundigheid te vergroten en de kwaliteit van de bedrijfsvoering te verbeteren.
Medewerkers van OM en Rechtspraak herkennen die doelstelling niet, zo blijkt uit onderzoek door de commissie. Verreweg de meeste mensen zien de reorganisatie als een bezuinigingsoperatie. Van meer deskundigheid is evenmin overal sprake. De commissie constateert dat ‘op onderdelen voorzichtige eerste tekenen zijn dat er door de schaalvergroting meer mogelijkheden zijn ontstaan voor het verder kunnen ontwikkelen van deskundigheid en specialisatie’. Tegelijkertijd is er volgens de commissie nog veel meer winst te behalen door rechters zo optimaal mogelijk in te zetten.
Cultuurverschillen
De verschillen in cultuur en werkwijze tussen de verschillende gerechten hebben flinke invloed gehad op het fusieproces, zei commissievoorzitter Henk Kummeling, hoogleraar staatsrecht in Utrecht, maandag bij de presentatie van het rapport. Met name de gelijkschakeling van werkzaamheden is trager verlopen dan gedacht. ‘Een aantal rechters is er heilig van overtuigd dat hun werkproces de juiste is. Die voelen weinig voor harmonisatie.’ Volgens Kummeling is sprake van grote verschillen tussen de verschillende arrondissementen. Hij wil echter geen namen noemen, omdat ‘naming en shaming niet behulpzaam zijn in het proces’.
De vermindering van het aantal rechtbanken en -hoven heeft wel geleid tot toename van de verstekpercentages. De commissie noemt de ‘fysieke toegankelijkheid’ een punt van zorg, maar wil niet zover gaan om nieuwe veranderingen voor te stellen. Dat zou slechts tot verlies van energie leiden, meent Kummeling. Beter is het om de nadruk te leggen op een efficiëntere onderlinge samenwerking, stelt hij. Versterking van het middenmanagement en vermindering van het aantal vergaderingen staan daarbij voorop.
Het volledige rapport is hier te downloaden.