Voor een effectieve aanpak van jeugdige delinquenten is een verhoging van de strafrechtelijke minimumleeftijd naar ten minste veertien jaar wenselijk. Dat stelt de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) in een advies. De raad adviseert daarnaast de jeugdhulp voor jongeren tot veertien jaar te verbeteren.
Volgens de huidige wet kunnen jongeren vanaf twaalf jaar worden vervolgd. ‘Een blik op de cijfers leert echter dat het aantal geregistreerde verdachten van twaalf en dertien jaar relatief klein is,’ zegt de RSJ. Een flinke toename van crimineel gedrag wordt zichtbaar vanaf vijftien jaar.
Advies
In het advies Verhoging strafrechtelijke minimumleeftijd in context stelt de RSJ dat een jeugdige moet kunnen begrijpen wat een strafrechtelijk proces inhoudt. ‘De meeste jongeren blijken pas vanaf hun veertiende te snappen wat er tijdens zo’n proces gebeurt,’ zegt de RSJ. ‘Dat geeft aanleiding om deze leeftijd als minimum te nemen.’
Vóór het veertiende levensjaar zijn de jongeren beter af met jeugdhulp, meent de raad. Die kan echter wel beter. ‘De uitdaging is niet enkel hoe en op welke leeftijd jeugddelinquenten strafrechtelijk kunnen worden aangepakt, maar ook hoe de overheid met deze jongeren omgaat, met name vóórdat zij misstappen begaan. De kennis voor een effectieve aanpak is aanwezig, maar wordt nu nog onvoldoende ingezet.’
Aanleiding
Aanleiding voor het advies is het dalende aantal verdachten onder twaalf- tot achttienjarigen in de periode 2010 – 2015 (van 37.520 jongeren in 2010 naar 22.490 jeugdigen in 2015). Toenmalig staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Klaas Dijkhoff vroeg de RSJ om onderzoek te doen naar een verhoging van de minimum leeftijdsgrens voor strafrechtelijke aansprakelijkheid.