Wat heeft meneer El M. gezegd tegen de Leidse politieman die bij hem in de buurt jongeren om hun identiteitspapieren vroeg? Zei hij: ‘Jij bent een racist’? Of zei hij: ‘Ik vind dat jij racistisch bezig bent’? Een vraag die zich juridisch laat vertalen als: hebben we hier te maken met artikel 266 lid 1 – eenvoudige belediging – of met de uitzondering, artikel 2: ‘niet strafbaar zijn gedragingen die ertoe strekken een oordeel te geven over de behartiging van openbare belangen’?

Wat is er gebeurd, die 28ste februari 2017 in het Leidse Jacques Urlusplantsoen? In Leiden laat die naam alarmbellen afgaan: het plantsoen kwam de afgelopen jaren meer dan eens slecht in het nieuws, onder meer nadat een groep jongeren de politie aanviel, boos omdat een vriend werd aangehouden. De verhoudingen tussen de jongeren op het plein en de politie zijn dus niet je dat. Goed: op die plek stond El M. dus geparkeerd, geïrriteerd nadat hij net twee boetes had gekregen omdat hij zijn rijbewijs en identiteitskaart niet bij zich had. Vanuit zijn auto zag hij hoe de agent een aantal jongens wenkte en vroeg naar hun ID-bewijs. Daarop was El M. uit zijn auto gestapt, naar de politiewagen gelopen, en toen maakte hij die opmerking.

Tegen de strafbeschikking van 350 euro die hij kreeg, ging El M. in verzet, en nu zit hij voor de politierechter in Den Haag, achterover hangend op zijn bankje, flesje water naast zich.

‘De dag daarvoor had diezelfde agent zich ook al niet aan de regels gehouden,’ zegt hij. ‘Een vriend van mij van achttien had die dag een auto gehuurd om naar een bruiloft te gaan en daar indruk te maken, een Mercedes A, en die heeft de politie in beslag genomen. Gewoon om te pesten! En de dag erna zag ik dit. Die jongens zijn vrienden van mij. Zij mogen ook weten wat hun rechten zijn. Die man werkt gewoon buiten de regels om. We leven in een rechtsstaat. Als je je mening uit, kun je zeggen: “Ik vind dat jij racistisch bezig bent.”’ Hij grijpt naar zijn flesje water.

‘Laat u dat drinken maar even achterwege,’ zegt de rechter, om te vervolgen: ‘Ik snap niet waarom u zich ermee bemoeit.’

‘Ik zeg dat niet om hem te kleineren,’ zegt El M. ‘Misschien wel om hem een beetje te helpen. Ik ga echt niet zeggen: “Jij bent een racist.”’

Sterk is zijn positie niet. Er liggen twee processen-verbaal, een van de agent en een van zijn collega. De rechter citeert uit dat tweede pv: ‘Ik hoor dat de man mijn collega een racist noemde.’

‘Op welke manier?’ vraagt El M.

‘Nou gewoon, zoals het er staat,’ zegt de rechter – er klinkt irritatie in door.

De officier van justitie ziet geen enkele reden om te twijfelen aan de processen-verbaal. ‘Wat de verdachte zegt, is ronduit beledigend, en als ik zie wat de houding van verdachte was tijdens de rit naar het bureau, dan is die hele houding buitengewoon onprettig.’ Ze eist 350 euro boete.

Advocaat Jean-François Grégoire realiseert zich heel goed dat de positie van zijn cliënt niet best is, met die twee verklaringen. Met het wettig bewijs komt hij niet ver, maar met de overtuiging? Hij probeert het. ‘In de verklaring van de tweede aangever staat letterlijk: ik hoorde dat de man mijn collega een racist noemde. Daarmee bevestigt ze dat zij het woord racist heeft horen vallen, maar niet wat er letterlijk is gezegd. Ik zie dus niet dat die verklaring per se ondersteunend is aan de eerste. Mijn cliënt heeft een opmerking gemaakt over de manier waarop een agent de openbare belangen behartigt, en daarmee hebben we te maken met niet-strafbare belediging.’ Hij vraagt om ontslag van rechtsvervolging.

De rechter heeft er geen boodschap aan. ‘Wat mij betreft, bevestigen de twee verklaringen elkaar. Het is totaal niet aan de orde dat aannemelijk is dat hier de uitzondering van lid 2 kan gelden. En er is voor meneer geen enkele aanleiding zich hiermee te bemoeien. Een agent doet gewoon zijn werk. Ik ben heel blij dat agenten op straat zijn en hun controlerend werk doen. Het is heel vervelend als je dan dit soort dingen naar je hoofd krijgt.’ Ze veroordeelt El M. zonder pardon tot een boete van 250 euro.

De korte versie van deze Ter Zitting is verschenen in het Advocatenblad van december 2017. De hele editie is hier te lezen.

Lars1

Lars Kuipers

Freelance journalist

Profile page
Advertentie