De Autoriteit Consument en Markt heeft besloten geen last onder dwangsom op te leggen aan de Nederlandse orde van advocaten in een oud dossier over het verbod op no cure, no pay. Dat blijkt uit een besluit van december dat dinsdag openbaar werd.

In een sanctierapport uit 2005 stond het voornemen de NOvA te dwingen meer ruimte te bieden voor resultaatsgerelateerde beloningen. Het rapport was opgesteld na een onderzoek van de NMa. Aanleiding daarvoor was een klacht van een Amsterdamse advocaat uit 2003. Hij meende dat het verbod op no cure, no pay in strijd was met artikel 6 lid 1 van de Mededingingswet.

Verbod

De NMa concludeerde in het rapport dat een algeheel verbod op resultaatsgerelateerde beloningen in strijd was met de Mededingingswet. Het sanctierapport voorzag in de mogelijkheid een last onder dwangsom op te leggen om bepaalde vormen van no cure, no pay toe te staan.

Maar de NMa schortte in 2005 de behandeling van het dossier op, omdat de NOvA geen mogelijkheden had om uitzonderingen te maken op het verbod. Een poging om in letselschadezaken wel resultaatgerelateerde beloningen toe te staan werd bij Koninklijk Besluit vernietigd.

Oud dossier

Deze onmogelijk is inmiddels opgeheven. Sinds 2014 bestaat er een experiment van vijf jaar rond no cure, no pay-afspraken in letsel- en overlijdensschadezaken. Die regeling is ook opgenomen in de Verordening op de advocatuur (Voda). Daarmee heeft de NOvA volgens de ACM invulling gegeven aan het sanctierapport in de periode 2014-2019. De grond voor de voorgenomen last vervalt daarom. De ACM ziet geen reden de zaak verder aan te houden.

Het besluit van de ACM toetst deze experimenteerregeling overigens niet. ‘Beoordeling daarvan zou een nieuw onderzoek vergen,’ overweegt de ACM. Wel blijft de ACM de ontwikkelingen ook na 2019 in de gaten houden.

Advertentie