De commissie Herijking gedragsregels en de AR hebben nog enig redactiewerk na de opmerkingen van de afgevaardigden. Ook is de AR in overleg met de lokale dekens over de handhaafbaarheid van de normen. ‘Dat kan misschien aanleiding geven tot wat aanscherping,’ zei algemeen deken Bart van Tongeren na afloop van de vergadering. Hij verwacht dat de AR begin maart de nieuwe gedragsregels kan vaststellen.
Het college mocht tijdens de vergadering bij elke voorgestelde gedragsregel opmerkingen plaatsen. Voorzitter van de commissie Herijking gedragsregels Jan Loorbach, andere commissieleden of leden van de AR gaven daarop een toelichting. In sommige gevallen zegde Loorbach toe de tekst of toelichting te verduidelijken.
Vertrouwelijkheid
Indien de advocaat aan een wederpartij of een derde vertrouwelijkheid heeft toegezegd of deze vertrouwelijkheid voortvloeit uit de aard van zijn relatie met een derde, zal de advocaat deze vertrouwelijkheid ook jegens zijn cliënt in acht nemen.
Gedragsregel 3 lid 5 leidde onder meer tot vragen. ‘Het kan zijn dat je als advocaat informatie van derden, zoals de politie of een vertrouwensarts, verkrijgt en dat je die bronnen moet beschermen. Dan kan het gaan om informatie die je aan je eigen cliënt moet onthouden in het belang van de cliënt,’ lichtte Loorbach desgevraagd toe.
Een duidelijker toelichting zou nuttig kunnen zijn, gaf Loorbach toe. Hetzelfde geldt voor lid 6 van deze gedragsregel.
Geen onjuiste informatie
De advocaat dient zich zowel in als buiten rechte te onthouden van het verstrekken van feitelijke informatie waarvan hij weet, althans behoort te weten, dat die onjuist is.
Ook gedragsregel 8 leidde tot discussie onder de aanwezigen. Strafpleiters kunnen te maken krijgen met een cliënt die bij zijn advocaat bekent en eist dat bij de rechter onschuld wordt aangevoerd. Met deze gedragsregel kun je als advocaat dan niet zeggen: ‘Mijn cliënt heeft het niet gedaan’.
AR-lid Bert Fibbe wierp op dat andere formuleringen denkbaar zijn, zoals: ‘Mijn cliënt ontkent dat hij het heeft gedaan’ of dat bewijs ontbreekt. Dan hoeft de advocaat in kwestie niet te liegen. Toch vreesden sommige aanwezigen dat rechters het oppikken als advocaten zich zo genuanceerd uitlaten over de schuld of onschuld van de verdachte. De algemeen deken stelde voor dit verder te bespreken binnen de commissie en de algemene raad.
Provisieverbod
Het is de advocaat niet toegestaan een beloning toe te kennen of te ontvangen voor het verkrijgen of aanbrengen van opdrachten, tenzij de advocaat kan aantonen dat hij daarbij niet handelt in strijd met de kernwaarden en voorts dat hierbij slechts het belang van de rechtzoekende bepalend is.
Het opstellen van de beoogde gedragsregel 2 lid 3, met daarin het provisieverbod, had de nodige vlieguren opgeleverd, vertelt Loorbach. Ook uit het college volgden vragen over dit lid.
Afgevaardigden vroegen bijvoorbeeld of er niet een speciaal keurmerk van de NOvA kon komen voor websites die door de beugel kunnen. Iets dergelijks bestaat al voor opleidingsinstituten. De rechtzoekende die online een advocaat zoekt, kan de kwaliteit immers moeilijk beoordelen.
Loorbach meende dat de vraag naar kwaliteit niet bij de commissie, maar bij de dekens ligt. Van Tongeren voegde toe dat het huidige beleid van de dekens onverkort gehandhaafd blijft. Als er nieuwe websites opgericht worden, bespreken de dekens die in het dekenberaad.
Ook de zinsnede ‘dat hierbij slechts het belang van de rechtzoekende bepalend is’ leidde tot vragen van de afgevaardigden. Loorbach lichtte toe dat het aan het advocaten zou moeten zijn om aan te tonen dat het gebruik van bepaalde koppelsite niet in strijd met de kernwaarden is en dat het belang van de rechtzoekende bij het vinden van een goede advocaat bepalend zou moeten zijn.
Commissie Herijking gedragsregels
Voorzitter van de commissie Loorbach liet weten dat bij de herijking ook geluisterd is naar andere ‘stakeholders’ dan alleen de advocatuur zelf. De commissie werkte anderhalf jaar aan de nieuwe gedragsregels. Bij de consultatie is veel input opgehaald volgens algemeen deken Bart van Tongeren. Ook uit de vergadering van het college in kleine setting van november volgden waardevolle opmerkingen, zei Van Tongeren.
De commissie en de algemene raad werkten vervolgens samen verder aan het eindproduct. De nadere redactie ligt nu bij de commissie. Het eindresultaat is een co-product van commissie en AR, zei de algemeen deken na afloop. ‘Wat nu op papier komt is wat leeft in de balie aan opvattingen,’ zei Loorbach. ‘De gedragsregels zijn van ons allemaal; van de balie in totaliteit.’