In de voortgangsreportage van december 2017 liet de Raad voor de rechtspraak weten dat de digitalisering ernstige vertraging oploopt. Aanvankelijk was het de bedoeling om voor civiele handelszaken en bestuurszaken in april over te gaan op verplichte digitale procesvoering. Dat gaat niet door. De huidige programmatuur en architectuur zijn wel robuust genoeg voor landelijke invoering, maar niet berekend op de toekomst.
‘Zorgelijk’ vindt minister Dekker deze herziening van de KEI-IT. ‘Als gevolg daarvan loopt KEI zodanige verdere vertraging op dat over de planning van releases na landelijke invoering van civiel 1.0 en bestuur 1.0 op dit moment niets te zeggen valt,’ schrijft de minister. ‘Bovendien leidt dit tot aanzienlijk hogere kosten, terwijl baten langer uitblijven.’
Knellende situatie
Dekker bevestigt dat de vertraging en kostenstijging leidt tot een financieel knellende situatie voor de Rechtspraak. Reserves kunnen waarschijnlijk wel worden ingezet om dit probleem voor 2018 op te lossen, verwacht Dekker. Voor 2018 voorziet de Rechtspraak ruim 45 miljoen aan kosten voor de digitalisering.
De verantwoordelijkheid voor een oplossing op de langere termijn ligt volgens de minister primair bij de Rechtspraak. De Raad voor de rechtspraak en het ministerie van Justitie en Veiligheid zijn volgens de Rechtspraak zelf in gesprek over een structurele oplossing voor de financiering.
In de jaren 2013-2017 is circa 100 miljoen euro geïnvesteerd in de IT-ontwikkeling van het digitaal procederen. Daarnaast heeft de Rechtspraak een vergelijkbaar bedrag geïnvesteerd in de implementatie van het digitaal procederen. Die kosten omvatten onder meer cursussen en de reorganisatie van het Rechtspraak Servicecentrum.