Amerikaan Brian Kuhn (38), medeoprichter en co-leader van de cognitieve tak van IBM, weet het zeker. De volgende technologische revolutie begint in de juridische wereld. ‘Het lijkt verbazingwekkend,’ zegt hij. ‘Toch denk ik dat het zo zal zijn. Dat heeft te maken met de fundamentele karakteristieken van het recht, zowel common law als civil law. Mijn onderzoek richt zich op het snijvlak van cognitive computing en blockchain. En dan vooral in het juridische domein, waar vertrouwen zo belangrijk is.’
Veel wantrouwen in technologie bespeurt Kuhn bij advocaten. Blockchain kan juist vertrouwen bieden, meent hij. De blockchain is in wezen een digitaal grootboek waarbij alle gegevens niet door één centrale instantie, maar door een netwerk van gebruikers worden gecontroleerd. Data manipuleren is zo vrijwel onmogelijk. ‘Een van de redenen dat advocaten langzaam waren met overschakelen naar juridische technologie was de angst voor beroepsfouten,’ zegt Kuhn. ‘Misschien was dat ook wel terecht. Hoe goed AI ook is, het vertrouwt toch op de kwaliteit en waarachtigheid van de onderliggende data. Als die gegevens geverifieerd kunnen worden met de blockchain en je dus weet dat een feit een feit is, kun je met AI veel meer inzicht krijgen in die gegevens.’
IBM is onder meer bekend als het bedrijf uit New York dat de pc ontwikkelde. Tegenwoordig richt het zich op het onderzoeken en ontwikkelen van nieuwe technologieën. IBM kent een omzet van circa 80 miljard dollar. Oud-advocaat Kuhn werd er onderzoeker en uitvinder. Hij ontwikkelde IBM Outside Counsel Insights, een vorm van kunstmatige intelligentie gebouwd met AI-supercomputer Watson, die de declaraties van advocaten analyseert voor bedrijfsjuristen. ‘We vinden geen nieuwe processen uit, we proberen de expertise van bedrijfsjuristen te schalen. Al kunnen sommige machines redeneren zoals professionals en sneller bovendien.’
Daarmee focust Kuhn zich op de business of law bij bedrijfsjuristen en niet op het inhoudelijke werk, zoals het Canadese ROSS, dat ook gebouwd werd op IBM’s Watson. De keuze daarvoor was commercieel gedreven. ‘Neem een Amerikaanse rechtszaak in het verzekeringsrecht. Het duurt achttien tot vierentwintig maanden voordat die geschikt is of beslecht door de rechter. Als je nog niks met AI doet en die mogelijkheid aan het verkennen bent, ga je niet anderhalf tot twee jaar wachten tot je rendement van je investering ziet,’ zegt Kuhn. ‘Advocaatkosten verminderen, daar zit direct een duidelijke kostenbesparing in. Bovendien is er bij bedrijfsjuristen meer data te analyseren. Je ziet dat bedrijven meer juridisch werk intern wegzetten, daarmee is er ook meer vraag naar automatisering. De vraag drijft toch innovatie.’
Doorbraak
Wanneer komt dan de grote AI-doorbraak, denkt hij? ‘Die is al gaande,’ meent Kuhn. ‘Met IBM hebben we het grootste AI-platform verspreid over verschillende industrieën. We hebben daardoor de kans gehad om te zien wat technisch haalbaar is en hoe dat zich verhoudt tot zakelijke haalbaarheid. Want het moet wel werken. In de gezondheidszorg, op het gebied van verzekeringen en marketing geeft kunstmatige intelligentie al grote concurrentievoordelen. Denk aan: inzicht in de klant, dichter bij de klant komen, nog relevanter zijn. Het is een kwestie van tijd voordat dit ook het juridische domein binnengaat. Maar de echt grote doorbraak komt als blockchain en AI fuseren.’
Kuhn schetst hoe dat eruitziet. ‘Stel je voor dat je een blockchain netwerk hebt met allerlei advocatenkantoren. Jij kunt met je eigen cliënten een eigen onderdeel van de blockchain, een node, opzetten, beveiligd, zodat niemand anders dan jij en je cliënt aan die gegevens kunnen komen. Data die mogelijk relevant zijn voor iedereen worden geanonimiseerd en gedeeld met het netwerk. Dan heb je ineens een ontzettend grote trainingsset. En hoe groter de trainingsset, des te accurater AI zal zijn.’ Als advocaat schakel je dan telkens tussen een privaat en een semi-publiek netwerk, dat wereldwijd kan functioneren. ‘Nergens anders ga je toegang tot zoveel data krijgen, terwijl je tegelijkertijd rekening houdt met de regels rond bescherming van persoonsgegevens in elk land en gedragsregels.’
Normen
Maar moeten er dan geen duidelijker kaders gesteld worden? ‘Dit is iets waar ik zeer gepassioneerd over ben. Er moet inderdaad een framework komen voor de praktische en ethische gevolgen van kunstmatige intelligentie in het recht, iets van normen. Daartoe moet de hele juridische gemeenschap bijeenkomen.’ IBM’s bijdrage aan de discussie ligt bijvoorbeeld in de organisatie van een wereldwijde juridische hackathon die plaatshad van 23 tot 25 februari. ‘De grootste hackathon ooit,’ zegt Kuhn. ‘Dit soort evenementen helpen te ontdekken wat best practices kunnen zijn in het gebruik van AI.’
Daarnaast is het tijd voor advocaten om hun zegje te doen, vindt Kuhn. ‘Advocaten moeten technologen informatie geven. Vooral ook over wat juist níét gebouwd moet worden. Wij hebben daar richtsnoeren van advocaten voor nodig. Juist van advocaten die denken dat de AI-trein niet meer te stoppen is en dat het gevaarlijk is. Dat kunstmatige intelligentie een bedreiging zou zijn, daar ben ik het niet mee eens, maar als ze dat denken, moeten ze in actie komen. Advocaten die AI eng vinden, moeten zich er juist nu mee bemoeien. Focus je op normen opstellen, die er ook rekening mee houden dat de technologie groeit en verandert. Daar hebben we de beroepsgroep voor nodig.’
Kuhn is één van de sprekers tijdens het juridisch innovatiecongres Lexpo op 16 en 17 april in Amsterdam.
Dit artikel is ook verschenen in het Advocatenblad van februari 2018. De hele editie is hier te bekijken.