Toen mr. X in 2011 een verhouding kreeg, was zijn vriendin nog getrouwd. Eind 2014 moest het maar eens van een scheiding komen. Toen mr. X zijn diensten aanbood, schreef zijn vriendin: “Het is denk ik niet verstandig om onze echtscheiding door jou te laten regelen. Je bent er teveel bij betrokken, jouw eigen belang speelt ook een rol. Het zou denk ik voor alle partijen verstandiger zijn om een onafhankelijke advocaat in te schakelen.”

Maar mr. X vond dat niet nodig. Het was een simpele scheiding en als hij het zou doen, zou dat goedkoper zijn.

De echtscheiding verliep inderdaad vlotjes, maar de verhouding van mevrouw met mr. X hield het ook niet lang. Halverwege 2015 werd mr. X door zijn vriendin verlaten en hij was er kapot van. Bijna een jaar later schreef mr. X haar dat hij wilde dat ze betaalde voor zijn werk in het kader van de scheiding. “De relatie heeft mij in emotioneel opzicht erg veel gekost, maar ook financieel. Ik zou toch graag nog een beetje genoegdoening hebben van hetgeen ik voor je heb gedaan,” zo schreef hij. Het mocht contant en dan zou hij het geld op naam van zijn ex aan een goed doel geven. Maar zijn ex werkte niet mee. Mr. X ging naar de kantonrechter, verloor en ging nog in beroep ook. Intussen stapte zijn ex-vriendin naar de tuchtrechter.

Mr. X had alles jammerlijk door elkaar laten lopen, vinden zowel de raad Arnhem-Leeuwarden in eerste instantie als het Hof van Discipline in appel. Het Hof vond het tekenend dat pas na het verbreken van de relatie discussie over de echtscheidingskosten was ontstaan. Mr. X kon tegenover de betwisting door zijn ex-vriendin niet aantonen dat hij indertijd al een rekening had gestuurd. Mr. X had aangevoerd dat die kosten zouden worden verrekend als ze samen een huis gingen kopen, maar met dat argument snijdt hij zich in de vingers: nog meer gehussel van zakelijk en privé, vindt het Hof.

Juist als je optreedt voor je vriendin moet je zakelijk en privé strikt scheiden. Je moet over dat onderscheid ‘bijzonder duidelijk’ communiceren en corresponderen, zodat er geen discussie kan ontstaan over het al dan niet verschuldigd zijn van honorarium. Dat zegt het Hof, dat zich aansluit bij de waarschuwing van de raad.

Trudeke

Trudeke Sillevis Smitt

Freelance redacteur

Profile page
Advertentie