Aanleiding is een klacht tegen de Nederlandse orde van advocaten (NOvA) ingediend in september vorig jaar door Jan-Hein Strop, oprichter van het advocatenvergelijkingsplatform Legal Dutch. Volgens Strop beperkt het provisieverbod mededinging en houdt het verbod innovatie en concurrentie tegen. ‘Door het provisieverbod is het voor nieuwe diensten onmogelijk om zich te ontwikkelen. Advocaten worden bang gemaakt om zich aan te melden bij juridische platforms.’
Het provisieverbod is vastgelegd in gedragsregel 2 lid 3 en houdt onder meer in dat advocaten geen vergoeding mogen betalen aan online platforms voor het vinden van nieuwe cliënten. In de mededingingswet is deze manier van cliënten krijgen niet verboden.
Spanning
Volgens de ACM is er nog geen sprake van een officieel onderzoek, omdat er geen verdenking is, aldus woordvoerder Rob Hageman. ‘Wel zien we een spanning tussen de wens om moderne platforms te ontwikkelen en het provisieverbod.’
De ACM bekijkt of het provisieverbod nog wel van deze tijd is en of er voldoende concurrentie en innovatie mogelijk is, zegt Hageman. ‘Daarbij wordt zowel de onafhankelijkheid als de voordelen van vergelijking en bemiddeling meegenomen.’
Onafhankelijkheid
De NOvA zegt in een reactie dat de ACM begin 2017 informerende vragen heeft gesteld over het provisieverbod. ‘Deze vragen hebben wij beantwoord. Wij stellen voorop dat de NOvA en de dekens niet tegen het gebruik van bemiddelingssites zijn. Als beroepsorganisatie hebben wij de wettelijke taak te voorkomen dat de advocaat zijn vrijheid en onafhankelijkheid in gevaar brengt door te betalen voor of een beloning te ontvangen voor het aanbrengen van zaken. De onafhankelijkheid van een advocaat is een van de kernwaarden van de advocaat en die moet gewaarborgd blijven.’
De NOvA laat verder weten dat aan gedragsregel 2 inmiddels een nieuw lid is toegevoegd dat stelt dat een advocaat provisie kan ontvangen mits de advocaat kan aantonen dat hij daarbij niet handelt in strijd met de kernwaarden en dat het belang van de rechtzoekende bepalend is. ‘Eerder hebben de dekens met elkaar afgesproken dat advocaten kunnen deelnemen aan bemiddelingswebsites als er sprake is van geen vergoeding, een vaste periodieke vergoeding (redelijk advertentietarief) of een prijs-per-klik (geen lead).’
Strop liet zich eerder ook negatief uit over het provisieverbod.
Francisca Mebius