De advocaat schreef zich in mei 2016 in bij het arrondissement Amsterdam. Daarvoor was hij advocaat in Noord-Holland en vormde hij een maatschap met advocaat X. Dat mondde uit in een geschil over de financiële afwikkeling van de samenwerking, dat nog werd uitgevochten op het moment dat hij zich inschreef in Amsterdam.
Dekenbezwaar
In oktober 2016 bracht de plaatselijke deken een bezoek aan het kantoor van de advocaat, waarna een aantal afspraken werden gemaakt. Daarnaast verzocht de deken bij de Unit FTA om onderzoek te doen bij de advocaat.
Toen bleef het aan de kant van de advocaat stil. Hij reageerde niet op brieven van de deken, gaf geen update over het geschil met advocaat X. Hij verzond wel stukken naar de Unit FTA, maar stuurde deze niet door naar de deken. Ook constateerde de deken dat de advocaat verschillende afspraken met de FTA afbelde. Dit leidde in december 2017 tot een dekenbezwaar.
Ongeschikt
Volgens de raad is gebleken dat de advocaat onvoldoende in staat is zijn praktijk uit te oefenen door op brieven en telefoontjes van de deken niet te reageren en het onderzoek door de Unit FTA te frustreren. Ook speelt mee dat hij stukken met betrekking tot zijn praktijkuitvoering en informatie over de procedure tegen advocaat X niet of pas in een laat stadium wilde overleggen.
Verder constateert de raad dat de advocaat inmiddels alleen kantoor houdt, zonder dat hij zijn waarneming heeft geregeld. Een schorsing ex artikel 60b Advocatenwet acht de raad daarom een passende maatregel.