Al in 2008 werd een dekenklacht tegen de advocaat vanwege onvoldoende opleidingspunten gegrond verklaard. De advocaat werd toen berispt. Maar ook in de periode daarna haalde hij alsnog niet genoeg punten. In 2014 volgde daarom een voorwaardelijke schorsing van drie maanden met een proeftijd van twee jaar. Daarna werd in 2016 opnieuw een voorwaardelijke schorsing opgelegd, ditmaal van een maand. Voor 1 april 2017 moest de advocaat tot genoegen van de deken aantonen dat hij de ontbrekende punten voor 2014 en 2015 had gehaald.
Als het bureau van de orde op 23 maart 2017 de advocaat mailt om de certificaten van de cursussen die hij heeft gedaan, komt de advocaat in actie. In een week tijd, tussen 24 en 31 maart, volgt hij een symposium, een bijeenkomst van de plaatselijke orde en verschillende online cursussen. Samen levert dat veertig punten op. Daarmee zou het tekort voor 2014 en 2015 aangevuld worden, maar de CCV had in januari al laten zien dat de advocaat in 2016 nog geen enkel PO-punt had gehaald.
Recidive
Er moet dus een opleidingsplan komen, verordonneert de deken in mei 2017. Ook moet de advocaat certificaten opsturen en inschrijvingen op cursussen laten zien. Een dekenbezwaar ‘vanwege het recidiverend puntentekort van 2016’ hangt in de lucht. Het opleidingsplan komt er, maar de punten blijven achter. De deken verzoekt de advocaat voor 1 september de ontbrekende punten over 2016 te halen. Voor 1 januari 2018 zou de advocaat die van 2017 gehaald moeten hebben. Op mails met het verzoek om certificaten op te sturen reageert de advocaat daarna niet meer.
Dat de advocaat structureel en sinds 2008 heeft geweigerd om tijdig de verplicht minimale opleidingspunten van de Voda te halen rekent de raad de advocaat ‘zeer zwaar’ aan. ‘Zolang een advocaat praktiseert, dient hij zich aantoonbaar te blijven bekwamen in kennis en vaardigheden om daarmee de kwaliteit van de door hem verleende rechtsbijstand aan zijn cliënten te kunnen blijven waarborgen,’ overweegt de raad. Of de advocaat met veertig punten in één week zijn kennis en deskundigheid heeft kunnen vergroten, betwijfelt de raad.
Op eigen initiatief zal de advocaat er niet aan voldoen, leidt de raad uit zijn houding af. Hij neemt zijn eigen verantwoordelijkheid niet en handelt in strijd met gedragsregel 37 (oud, de huidige gedragsregel 29) door de deken geen informatie te geven over de punten van 2016 en 2017. Dat gegeven, de ernst van de verweten gedragingen, de volharding van de advocaat in zijn gedrag en het tuchtrechtelijk verleden laten de raad naar eigen zeggen geen andere keus dan over te gaan tot schrapping.