De advocaat kreeg de opdracht om namens een cliënt dwangsommen te incasseren bij diens ex-echtgenote. De advocaat nam de opdracht aan en schakelde een deurwaarder in, maar vervolgens bleef het stil. De cliënt stuurde in de maanden daarna verschillende berichten met de vraag om een update, maar reactie bleef uit.

Uiteindelijk besloot de cliënt een andere advocaat in te schakelen. Ook dat proces verliep niet vlot. Uiteindelijk bleken de dwangsommen verjaard, maar de advocaat diende nog wel een rekening in van zeshonderd euro.

De cliënt diende daarop een interne klacht in bij het advocatenkantoor van de advocaat. Een kantoorgenoot liet weten dat de advocaat geopereerd zou worden en afhandeling van de klacht daarom moest wachten. Een verdere datum werd niet gegeven.

Onvoldoende voortvarend

Na maanden wachten was de inmiddels oud-cliënt het beu en diende een klacht in bij de Haagse deken voor het verzuimen van het incasseren van dwangsommen en het niet-reageren op e-mailberichten. Verder had het kantoor van de advocaat – ook na zijn terugkeer – de interne klacht niet afgehandeld. De deken stapte naar de raad, die alle klachten gegrond verklaarde.

Volgens de raad nam de advocaat de verantwoordelijkheid op zich om de dwangsommen te incasseren, maar miskende hij deze positie door onvoldoende voortvarend te werk te gaan. Daarnaast reageerde de advocaat niet binnen redelijke termijn op verzoeken van zijn cliënt, terwijl er alle reden was om de deurwaarder tijdig aansprakelijk te stellen. Ten slotte had het kantoor binnen een maand op de klacht van de cliënt moeten reageren en afhandelen.

Een berisping is daarom volgens de raad op zijn plaats.

CU1

Sylvia Kuijsten

Redacteur (tot 01-01-2019)

Profile page
Advertentie