‘Vrouw zijn in een mannenwereld is soms een voordeel. Je bent minder bedreigend,’ vertelt Barbara van Hussen (46). Tot 1 januari was ze advocaat en lid van de raad van bestuur van DLA Piper, een van de grootste kantoren ter wereld.
‘DLA is een kralenketting, een aaneenrijging van fusies. Lokaal goed gewortelde kantoren die wilden groeien en aansluiting zochten bij een internationale club,’ zegt Van Hussen. Het Amsterdamse kantoor begon in 1916 onder de naam Schut & Grosheide. Rond 2000 werd DLA een internationale partner, in 2004 mondde het uit in een fusie.
DLA behoorde destijds tot de voorhoede van kantoren die de internationaliseringsslag maakten. Inmiddels zijn er veel spelers op de wereldmarkt. Maar de internationalisering zal nog verder toenemen, denkt Van Hussen, die als eerste vrouw toetrad tot de executive board van DLA. ‘Het bedrijfsleven wordt internationaler, de advocatuur volgt die trend. Je ziet dat steeds meer middelgrote en kleinere Nederlandse kantoren verspreid over het hele land nu ook grensoverschrijdende diensten verlenen.’

Local counsel
Een opvallende ontwikkeling is de opkomst van de local counsel voor internationale kantoren. ‘Nichedienstverleners als Stek gaan op roadshow in Amerika. Ze vertellen Amerikaanse kantoren: “Wij zijn in Nederland heel goed in financieringen, fusies en overnames.” Zij geven vervolgens specialistisch Nederlands juridisch advies binnen een grotere opdracht die bij een buitenlands kantoor ligt.’
Van Hussen stoort zich aan media die Zuidas-advocaten afschilderen als geldwolven met een Porsche en een villa in Aerdenhout. ‘We hebben in Nederland de neiging om kleinzielig te denken, door alles wat groot is meteen elitair te noemen,’ zegt Van Hussen. ‘De Zuidas is onderdeel van de Nederlandse kenniseconomie. Op topniveau adviseren op het juridische vlak, dat is voor ons land van grote waarde. Ik vraag mij weleens af of de samenleving dat voldoende beseft. De balie mag ook meer van zich laten horen als het gaat om negatieve berichtgeving in de media. Ik mis de voortrekkersrol. Waarom geven we bijvoorbeeld talentvolle studenten geen beurs voor een topopleiding in New York met de afspraak dat ze daarna in Nederland gaan werken? Zo versterk je de internationale basis van de Nederlandse advocatuur.’
Vijftig plus
Voor internationale succesvolle advocatuur is een kritische en open houding van belang, vindt Van Hussen. ‘Ik ben 46 en denk vaak: ik moet even stil zijn en luisteren naar de nieuwe generatie juristen. Zij zijn de toekomst, ze spreken uitstekend Engels en hebben veelal buitenlandervaring. De toon wordt gezet door blanke mannen van vijftig plus, waar de advocatuur vol mee zit.’
Zelf is ze op zoek naar een bredere rol, het liefst een bestuursfunctie in een juridische context.
Bij leidinggeven is persoonlijkheid bepalender dan sekse, denkt Van Hussen. ‘Ik ben een uitdager, een challenger. Bij alles zeg ik: weet jij zeker dat we het zo kunnen doen, waarom niet links of rechts? Dat zit in mijn karakter. Je zou het typisch vrouwelijk kunnen noemen. Maar ik ken talloze vrouwen die helemaal niet zo zijn. Ze vragen: hoe doen jullie het, dan doe ik het ook zo. Ze vinden het juist fijn om op een winkel te passen.’
Door / Mariska Jansen
Dit artikel is verschenen in Advocatenblad 2018-03. De hele editie is hier te bekijken.