Van de 18.500 drugszaken werd in bijna een kwart van de gevallen onvoorwaardelijk afgezien van vervolging, bijvoorbeeld wegens onvoldoende bewijs. Bij twintig procent volgde een transactie, strafbeschikking of werd onder voorwaarden afgezien van vervolging.
Werknemers en zelfstandigen maakten ongeveer dertig procent uit van de groep verdachten, een even groot deel als uitkeringsontvangers. Ruim twintig procent van de verdachten heeft geen inkomen. Zes procent bestond uit kinderen en studenten.
Dagvaarding
Binnen de groep die wel een dagvaarding ontving (55 procent), vormden de verdachten zonder inkomen de grootste groep. Kinderen en studenten ontvingen het minst vaak een dagvaarding.