De advocaat verleende in juni 2017 consultatiebijstand aan een verdachte in het cellencomplex in Apeldoorn. Uit een proces-verbaal van de politie blijkt dat de verdachte contact heeft gehad met zijn partner door gebruik te maken van de telefoon van de advocaat.

Volgens de deken heeft de advocaat daarmee in strijd gehandeld met de Advocatenwet en de VODA. De advocaat had ervoor moeten zorgen dat een persoon zonder verschoningsrecht geen gebruik kon maken van een mobiele telefoon met geheimhoudernummer.

De raad geeft aan dat justitie ervan uit moet kunnen gaan dat een telefoon niet wordt afgestaan aan derden, die mogelijk verdachten in een opsporingsonderzoek kunnen zijn. Het handelen van de advocaat levert daarom een schending van het vertrouwen van justitie in de advocaat op. Tegelijkertijd heeft de advocaat aangegeven zich te realiseren dat hij de kwestie beter anders aan had kunnen pakken. De raad ziet daarom geen meerwaarde in het opleggen van een maatregel.

CU1

Sylvia Kuijsten

Redacteur (tot 01-01-2019)

Profile page
Advertentie