Fiscalist Karim Aachboun had de klacht tegen de voormalig Allen & Overy-advocaat ingediend vanwege een brief die Grapperhaus naar de kantonrechter stuurde in de ontslagzaak van Aachboun. De fiscalist werd in januari 2016 ontslagen bij KPMG. Daarop stuurde de partner met wie Aachboun werkte een klacht naar het Hof ‘s-Gravenhage over het gedrag van een van de rechter-plaatsvervangers, die ook partner bij KPMG is. Over die klacht en de reactie daarop van de president schreef Grapperhaus de kantonrechter in maart 2016 aan.
Geen onjuiste gegevens
Aachboun klaagde dat Grapperhaus gedragsregel 30 (oud) had geschonden in zijn brief aan de kantonrechter. Advocaten mogen geen feitelijke gegevens verstrekken waarvan ze weten, of behoren te weten, dat die onjuist zijn. Grapperhaus schreef dat de president ‘uitvoerig’ en ‘aan de hand van de stukken’ een klacht had overwogen. Maar de president had niet de beschikking over alle bijlagen bij de brief, dus volgens Aachboun klopte die formulering niet. De raad van discipline overweegt dat Grapperhaus de kantonrechter niet onjuist heeft geïnformeerd. De president was zich er immers van bewust dat hij niet over alle stukken beschikte, zo schrijft hij. Ook was het oordeel van de president ‘uitvoerig’ te noemen gezien de omvang van de brief.
De klacht omvatte ook overtreding van gedragsregel 18 (oud). Grapperhaus had in november 2016 een e-mail doorgestuurd aan de voormalig advocaat van Aachboun, in de veronderstelling dat die advocaat de fiscalist nog steeds bijstond. Volgens Aachboun overtrad de minister daarmee de regel dat advocaten alleen contact mogen hebben via tussenkomst van de raadsman van de wederpartij, als die bekend is. ‘De norm die is neergelegd in Gedragsregel 18 (Gedragsregels 1992) betreft de betrekkingen tussen advocaten en wil voorkomen, kort samengevat, dat de ene advocaat achter de rug van de andere advocaat om met diens cliënt in contact treedt,’ overweegt de raad. ‘Die situatie is hier echter niet aan de orde en daarom is van een schending van deze norm geen sprake.’
Geen derde
Ook klaagde Aachboun dat gedragsregel 10 (oud) was overtreden; informatie over cliënten mogen advocaten niet zomaar aan derden geven. De raad van discipline overwoog dat ook hier geen sprake van was. De advocaat die de mail van Grapperhaus ontving was geen derde in de zin van die gedragsregel. Hoewel het beter was geweest als Grapperhaus eerst had geverifieerd of Aachboun nog steeds door deze advocaat werd bijgestaan, acht de raad het inkopiëren van deze advocaat ‘in de geschetste omstandigheden onvoldoende ernstig om tuchtrechtelijk verwijtbaar te zijn’. Daarbij speelt mee dat de aangeschreven advocaat zelf een geheimhoudingsplicht heeft, stelt de raad. Een eventuele schending van de privacy van Aachboun is volgens de raad daarmee ‘zeer beperkt’ gebleven. De klacht van Aachboun is op alle onderdelen afgewezen.
Update 12 april 10.00 uur: Inmiddels is bekend dat Aachboun in hoger beroep gaat.