KEI stond voor de combinatie vereenvoudiging van het procesrecht en digitalisering. Laat de Rechtspraak dat nu los?
‘Nee, dat niet. We hebben begin dit jaar een externe reviewcommissie onderzoek laten doen. We hoopten dat de wetgeving vereenvoudiging van het procesrecht zou brengen. Binnen de gerechten zouden wij werken aan harmonisatie van werkprocessen. Achter de voordeur, in onze eigen organisatie, was het de bedoeling dat berichten niet alleen digitaal binnenkwamen, maar ook direct digitaal werden verwerkt. Dat er bijvoorbeeld bij een conclusie van antwoord automatisch dagbepaling voor comparitie na antwoord wordt gestuurd.
De vereenvoudiging van de wetgeving was minder dan gehoopt. Bovendien begonnen we met harmonisering in een organisatie die dat niet gewend is, waar mensen vasthouden aan oude patronen en waar er onvoldoende governance was. De onderzoekscommissie ziet cultuur als een van de grootste problemen. Bij de Rechtspraak gaan veel mensen over alles. Rechters praten in hun landelijke, inhoudelijke vakoverleg bijvoorbeeld ook over werkprocessen. Voor een succesvol IT-project moet je de vraag wie waarover gaat goed hebben ingeregeld. Daarvoor gaan we nu in gesprek.
Bovendien moet je bij een groot IT-project tegen je mensen zeggen: het is heel vervelend en het werkt niet perfect, maar we gaan het toch invoeren en iedereen moet zich aan dezelfde processen houden. Dat is onvoldoende gebeurd.
Het automatiseren van werkprocessen laten we daarom, voor nu, los. We gaan eerst werken aan digitalisering en harmonisatie, voordat we onze administratieve processen aanpassen. Het programma wordt nu gericht op het digitaal uitwisselen en beschikbaar stellen van gegevens over rechtszaken.
Als advocaat zul je weinig verschil merken vergeleken met onze eerdere ambities. Het proces zal misschien minder snel gaan, omdat onze portemonnee ook beperkt is.’
KEI stopt dus niet?
‘Nee, het is ondenkbaar dat we over vijftig jaar nog met papier werken. We gaan door, met minder ambitie, zonder automatisering van processen. Ook zullen we werken in kleine, goed afgebakende brokken. Rechtsgebieden worden meer opgeknipt: bijvoorbeeld bestuursrecht komt niet als één geheel live, maar belastingrecht en vreemdelingenrecht regulier als aparte projecten.’
Wat zijn de gevolgen voor lopende pilots en KEI-Rechtsvordering?
‘De pilots lopen door. We gaan in de komende weken een beslissing nemen hoe we nu verder moeten met civiel. Als we een go geven, is dat op basis van de KEI-wetgeving. Daar hebben we nog wel wat wensen voor, maar dat is een zaak van de lange adem. Het is nog steeds de bedoeling dat de KEI-wetgeving landelijk wordt.’
Maar het geld is op: hoe gaat de Rechtspraak verder?
‘We hebben onze reserves hieraan uitgegeven. We zullen de minister moeten aankijken voor extra middelen. De variabelen die we kunnen aanpassen zijn de mate en het tempo waarmee we digitaliseren.’
Dit interview verschijnt in Advocatenblad 2018-4 (publicatiedatum 24 april a.s.). Na dit interview liet minister Dekker weten nog niet overtuigd te zijn van het plan van de Rechtspraak. Dekker noemt het ‘vooralsnog onverantwoord’ om door te gaan met het proces van digitalisering. Dat besluit heeft volgens de Rechtspraak geen invloed op de huidige digitale procedures. De NOvA maakt zich zorgen over de beslissing van Dekker en vraagt om duidelijkheid over de uitrol.
Op 25 april is het algemeen overleg van de vaste Kamercommissie Justitie en Veiligheid in de Tweede Kamer. De digitalisering van de Rechtspraak is een van de onderwerpen op de agenda.