Het was niet meer te volgen, de zaak waar advocaat Maurits Fornier (32) een paar jaar geleden bij Freshfields aan werkte. Hij besloot daarom een grote overzichtstekening te maken en die in te dienen als processtuk. Fornier is ervaren in grafisch ontwerp. Als middelbare scholier maakte hij al websites voor de plaatselijke winkeliers. ‘Kijk, het gaat hierover en niet over al die andere onderwerpen,’ vertelde hij de rechter aan de hand van de illustratie. De wederpartij, overvallen door de plaat, ging er niet op in en dreunde een eigen pleitnota op. Na tien minuten onderbrak de rechter hem: ‘Goed, maar waar in de tekening van meester Fornier zitten we nu?’ 

Op dat moment wist Fornier dat hij verder wilde gaan met de combinatie beeld en recht. Nu wordt Fornier via zijn eigen BV als advocaat/legal designer door zijn beroepsgenoten ingehuurd om lastige kwesties visueel inzichtelijk te maken. Hij zette onlangs een grote raamovereenkomst om in een A3-poster. Bepalingen die relevant zijn voor werknemers op de werkvloer legde hij uit met een enkele zin, plaatjes en kleuren. Ook maakte hij een visueel stappenplan voor een omvangrijke internationale herstructurering. Elke stap kreeg een afvinkveld als speels element. ’Voor de betrokken advocaten, fiscalisten en notarissen was een groot deel van hun werk afstemmen wie wat gedaan had en nog moest doen. Dit was een makkelijke leidraad. Hun wekelijkse telefonische besprekingen werden hierdoor veel korter.’ 

Infographic

Legal design, het inzetten van visuele middelen in de advocatuur, is in opkomst. Zo mochten nabestaanden van de bij vergissing vermoorde dj Djordy Latumahina tijdens hun slachtofferverklaring een film over zijn leven vertonen. Volgens advocaat Richard Korver was het de eerste keer dat de rechtbank zoiets toestond. Sinds dit jaar reikt Advocatie de Gouden Zandloper voor ‘Beste Infographic’ uit. Meerdere advocatenkantoren hebben inmiddels designers in hun gelederen. Bij De Brauw bestaat het team van vormgevers nu uit drie designers en drie assistenten. Maar wie denkt dat het bij legal design slechts gaat om illustraties bij tekst omdat het er mooi uitziet, heeft het mis. Legal design gaat verder dan dat, legt Fornier uit. ‘Ik help advocaten met hun denkproces. Veel van het werk van advocaten bestaat uit informatie verzamelen, ordenen, nadenken over toon en publiek. Visuele middelen inzetten werkt daar heel goed bij.’ 

Advocatenkantoren, overheden en grote bedrijven roepen steeds vaker de hulp in van legal design consultant bij Getting the picture Mariska van Zelst-de Wit (39). Ook zij hoort misverstanden over legal design. ‘O, visualiseren, dat gaat over tekenen, dat kan ik niet, hoor ik vaak. Maar dat hoeft ook helemaal niet. Het gaat om de technieken die je gebruikt bij het inventariseren en analyseren van informatie. Daarna ga je het hebben over communiceren. Dan kun je meenemen of je dat op een visuele manier wilt doen.’ 

Woord1

Getting the picture was bijvoorbeeld gevraagd een animatie te maken voor een zitting. ‘Dat was op verzoek van de cliënt. Het geschil ging over de niet-nakoming van een contract. Wij hebben een animatie gemaakt over de onvoorziene omstandigheden waardoor de overeenkomst niet kon worden nageleefd en wat de gevolgen voor het contract waren. Uiteindelijk is die animatie nooit vertoond, omdat er geschikt werd. Toch was het niet voor niks. De advocaten vertelden dat het maakproces veel efficiëntie bracht: rap hadden ze de juridische argumentatie voor ogen. Daardoor was de zaak sneller in te schatten en waren er minder misverstanden.’

Visuele bril

Houthoff had naar eigen zeggen de primeur met de eerste legal design adviseur in de Nederlandse advocatuur: Sarah van Hecke (35). ‘We beogen een stap verder te gaan dan alleen kijken naar de opmaak,’ zegt de communicatiewetenschapper gespecialiseerd in attitude en gedrag. Van Hecke verdiepte zich bij haar vorige banen in het functioneren van het brein en de manier waarop mensen informatie verwerken. Haar rol bij Houthoff ontstond organisch: van verantwoordelijk zijn voor de inhoud van alle presentaties naar legal design adviser. ‘Vraag en aanbod groeiden naar elkaar toe.’ 

Nu wordt Van Hecke bij een toenemend aantal dossiers vanaf het begin betrokken, bij zowel advieswerk als procedures. ‘Ik ben geen jurist en geen designer; ik kijk anders naar grafisch ontwerp en stel andere vragen over de juridische strategie. Door vanuit verschillende perspectieven te kijken, krijg je een verrassende oplossing.’ Van Hecke bepaalt in samenwerking met het juridische team wat er voor nodig is om de boodschap goed over te brengen en start daarna het ontwerpproces met de vormgevers die bij Houthoff in dienst zijn. 

Waar Van Hecke als liaison tussen advocaten en designers fungeert, zit Kim Raad (41) van Stibbe als vormgever zelf direct bij advocaten aan tafel. ‘Ik sluit vaak meteen in het begin aan. Of ik kijk mee naar zaken die al langer lopen. Hebben we alles al uitgeprobeerd, is dan de hoofdvraag. Advocaten roepen ook mijn hulp in bij complexe adviezen. Ik ga nu domme vragen stellen, grap ik dan. Als designer kijk ik in de eerste plaats met een visuele bril naar informatie en vraag ik opheldering over wat ik niet begrijp, maar wel visueel van belang vind. Daardoor komen onderdelen van het proces in een ander licht te staan.’ 

Raad, eerder een van de infographic designers van de Volkskrant, ontwierp voor een bestuursrechtelijke procedure een visuele schematische weergave van een ingewikkeld productieproces. De cliënt won de zaak mede door dat beeld. Raad sleepte er voor Stibbe de infographic Gouden Zandloper mee in de wacht. 

Beeldcultuur

Legal design is een nieuw vakgebied, dus iedereen is nog zoekende, constateert Raad. ‘Er is ook nog geen success rate. Het is niet zo dat je een zaak wint als je visuele middelen inzet.’ Toch vragen veel cliënten er zelf om. ‘Mensen uit het bedrijfsleven vinden beeld in juridische stukken niet zo raar meer,’ ziet Fornier. ‘Maar de juridische wereld is traditioneel; daarin gaat het langzaam. Juristen zijn op tekst gefocuste mensen. Een icoontje is al een ding.’ 

‘Een paar jaar geleden was de angst dat het gebruik van beeldmateriaal in juridische stukken niet professioneel is of zelfs kinderachtig,’ zegt Van Zelst-de Wit. ‘Daar zijn we nu echt voorbij. We leven in een beeldcultuur. Uit andere sectoren en uit het dagelijks leven zijn we beeld gewend. Beeldgebruik in de juridische sector mag dus. En móét misschien wel. De wereld wordt steeds complexer. Als je begrip wilt hebben bij mensen moet je bijna wel visuele middelen inzetten.’ 

De boodschap komt beter over omdat de structuur meteen duidelijk is, zeggen experts over beeldgebruik. ‘Taal moet gelineariseerd worden: de tekens moet je letter voor letter, regel voor regel, omzetten in uitingen. Dat kost tijd,’ zegt Paul van den Hoven, hoogleraar Taal en Communicatie aan de Universiteit Utrecht. ‘Met beeld kun je meteen de structuur laten zien. Een goede, verbale advocaat doet overigens hetzelfde. Maar met beeld gaat dat nog makkelijker, zeker als een goede grafische designer je daarbij helpt.’ Tom Barkhuysen, hoogleraar Staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Leiden en advocaat bij Stibbe, zag in een Deense procedure onlangs een stripverhaal als pleitnota. ‘De kwestie was in één oogopslag duidelijk. Omdat je alles voor je hebt, ga je ook beter luisteren.’ 

Met beeld kun je bovendien beter in- en uitzoomen zonder dat je het overzicht kwijtraakt, zegt voormalig bedrijfsjurist Van Zelst-de Wit. ‘Dat gaat met tekst bijna niet. Voor juristen ook belangrijk: met beeld kun je beter informatielagen in kaart brengen.’ Bovendien blijkt uit onderzoek van de Universiteit van California dat mensen tachtig procent onthouden van wat ze zien, tien procent van wat ze horen en twintig procent van wat ze lezen, aldus Van Zelst-de Wit. 

Woord2

Visuele geletterdheid

Beeldgebruik heeft dus potentieel positieve effecten. Toch is het goed om kritisch te blijven kijken naar plaatjes. Beeld kan net zo goed als taal zorgen voor misverstanden, zegt hoogleraar Van den Hoven. ‘Er heerst een wonderlijke naïviteit over beeldgebruik in de juridische wereld. Met álle communicatie probeer je een bepaalde wereld in symbolen voor het voetlicht te brengen. Die symboolwereld heeft een bepaalde structuur en is hartstikke suggestief. Als een advocaat in een powerpointpresentatie neerzet dat een probleem uit vier onderdelen bestaat, dan lijkt het of het probleem vier onderdelen hééft. Maar nee, iemand heeft dat zo voorgesteld.’ 

Hoewel plaatjes helpen om de werkelijkheid na te bootsen, stuurt beeld volgens Van den Hoven aan op een bepaalde interpretatie en evaluatie. ‘Dat is met woorden net zo goed zo. Wij bouwen allerlei connotaties op; daar moet je ook alert op zijn bij een goede spreker. Juristen zeggen dat ze daar beter in getraind zijn, maar dat geloof ik niet. Het is volgens mij eerder dat juristen zich bij tekst meer vertrouwd voelen dan bij beeld.’ Van den Hoven pleit voor meer ‘visuele geletterdheid’ onder juristen: kritisch leren omgaan met visuele teksten. 

In de opleiding zou er ook meer aandacht moeten komen voor beeld en visuele geletterdheid, vindt Barkhuysen. ‘Eigenlijk is het heel raar dat cliënten steeds meer om visuele middelen vragen, de huidige studenten in een beeldcultuur opgroeien, maar dat de rechtenstudie nog steeds vrijwel uitsluitend om geschreven taal gaat.’ Barkhuysen deed eind 2017 in het NJB een oproep om meer beeld in de studie te krijgen. Volgens de advocaat is een drieslag nodig: vaardigheden om te leren denken in beeld, technische vaardigheden om beeld te maken en visuele geletterdheid, kritisch zijn op wat je ziet. 

Ook de beroepsopleiding advocatuur zou meer aandacht voor dit onderwerp kunnen gebruiken, meent de Stibbe-advocaat. Hij werkt ondertussen met andere legal design ambassadeurs aan een conferentie over dit onderwerp, gepland voor januari 2019. ‘Daar presenteren we wat er al gebeurt, bespreken we wat we kunnen verbeteren en besluiten we met een actieplan.’ 

Want dat de toekomst ligt bij meer beeldgebruik in de advocatuur, daar zijn de experts het over eens. Tekst zal daarbij niet snel verdwijnen. ‘Visuele middelen zullen aanvullend blijven en niet in de plaats komen van tekst,’ zegt Raad van Stibbe. ‘Je moet blijven nuanceren en dat doe je met woorden.’ 

Van Hecke verwacht dat visualisatie de komende jaren flink gaat toenemen. ‘Het wordt straks in bijna ieder dossier ingezet.’ Nu al zijn er Houthoff-partners die in acht van de tien zaken Van Hecke inschakelen. ‘Je kunt je wel afvragen of het altijd nodig is,’ zegt Van Hecke. Van Zelst-de Wit beaamt dat: ’De belangrijkste vraag is: wat heeft je doelgroep nodig? Beeld zet je strategisch in. Als een rechter geen affiniteit heeft met beeld, zou ik het bijvoorbeeld niet gebruiken.’ 

Ook Fornier denkt dat alle advocaten binnen vijf tot tien jaar net zo werken als hij. ‘Bedrijven verwachten tegenwoordig meer van een advocaat dan een lap tekst. Van hen uit komt de stuwende kracht; ze willen op een bepaalde manier bediend worden. Op een omgevallen boekenkast aan advies zitten cliënten niet te wachten.’ 


Vijf tips van Mariska van Zelst-de Wit

1. Leestip. ‘Een leuk boek om mee te beginnen is The Back of the Napkin van Dan Roam. Dan Roam laat je zien hoe je op een effectieve manier problemen zichtbaar en concreet maakt met beeld.’
2. 
Doorbreek je vaste denkpatronen. ‘Benader een probleem eens vanuit een heel andere kant. Draai een vraag eens om, zoek naar een metafoor, teken je probleem.’
3. 
Genereer zo veel mogelijk ideeën. ‘Creatieve denkers beschouwen ál hun ideeën als mogelijkheden en kansen. Hoe meer unieke en originele ideeën je genereert, hoe groter de kans dat de beste oplossing daartussen zit.’
4. 
Maak je gedachten visueel. ‘Hoe meer je oefent met creatief en visueel denken, hoe meer je je hersenen traint om anders te denken. Zo kun je je analytisch denkvermogen soepel afwisselen met creatief denken.’
5. Je hersenen kun je trainen. ‘Hoe meer je oefent met creatief en visueel denken, hoe meer je je hersenen traint om anders te denken. Hoe actiever je hersenen daar in worden, hoe creatiever jij ook wordt. Zo kun je je analytisch denkvermogen soepel afwisselen met creatief denken.’ 


Kritisch kijken 

In 1991 wordt Rodney King in Los Angeles aangehouden door de politie voor verkeersovertredingen. Hij wordt daarbij lang en hard geslagen en geschopt door de agenten. Een voorbijganger filmt het incident. Het komt tot een strafzaak tegen de dienders. De aanklager denkt te kunnen volstaan met het beeldmateriaal tonen. 

‘De verdediging haalde de aanklager keihard onderuit,’ zegt hoogleraar Taal en Communicatie Paul van den Hoven. ‘Op beeld is te zien hoe een agent slaat, King zijn arm optilt, weer een agent slaat en King probeert weg te rollen. De verdediging maakte daarvan dat King agressief was en de agenten uit zelfverdediging sloegen. Die rol zou een “Folsom Roll” zijn, een militaire tactiek om iemand onderuit te kegelen. Het was absurd en eigenlijk wist iedereen dat. Maar als er een mogelijke lezing was die twijfel zaaide, hoorden de agenten niet veroordeeld te worden.’ De mannen worden inderdaad in eerste instantie vrijgesproken. In zijn boek Kijk zelf maar (Sdu, 2011) illustreert Van den Hoven met deze zaak dat het verstandig kan zijn de interpretatie waar beeld op stuurt zelf aan de orde te stellen. 

Beeld / Martijn Gijsbertsen & Maurits Fornier 


Dit artikel is verschenen in AB 2018-04. De hele editie is hier te bekijken.

Nathalie Gloudemans-Voogd

Nathalie Gloudemans-Voogd

Redacteur (tot 01-02-2019)

Profile page
Advertentie