Guus-Lina

‘Het houdt me scherp en jong’

Guus Lina, advocaat bij Lina Advocaten in Venlo, wordt in augustus 68, maar moet niet aan stoppen met werken dénken. ‘Mijn passie is mijn drijfveer.’ 

‘Op dinsdag zorgen mijn vrouw en ik voor drie van onze vier kleinkinderen. Heerlijk vind ik dat, die koters over de vloer. Het was ook een bewuste keuze, om vier dagen te gaan werken en één dag de zorgtaken van mijn zoon en schoondochter over te nemen. Op die manier zie ik mijn kleinkinderen elke week. Het grappige is: op de dinsdagavond ben ik vermoeider dan op de andere dagen. Het is intensief om de kinderen van ’s morgens vroeg tot ’s avonds te hebben, zowel fysiek als mentaal. Ik geniet ervan, hoor. Maar werken kost me minder energie. Ik heb het altijd raar gevonden: stoppen met werken op je 65e. Waarom zou je dat doen? Ja, als je een arbeidsovereenkomst of maatschapscontract hebt waarin dit is geregeld, dan moet je wel. Maar in ons vak? Bernard Haitink is inmiddels 85 en staat ook nog in het concertgebouw voor zijn orkest. Als je werk je passie is dan krijg je daar toch energie van? Toen ik in 1975 afstudeerde, wist ik al: het strafrecht is mijn ding. In al zijn facetten. Het feit dat binnen het strafrecht de mens centraal staat, het onderwerp is, vind ik boeiend en interessant. Dat ik met mijn juridische kennis een bijdrage kan leveren aan zijn of haar welzijn geeft me zoveel voldoening. Zeker als het resultaat naar tevredenheid is. Ik heb bijvoorbeeld vroeger een lid van de bende van Venlo verdedigd. Die zaak had veel impact in onze regio. Voor de juiste verdediging moest ik diep in de materie duiken. Die zaak was vaktechnisch uiterst boeiend, ook onder andere door zijn enorme omvang. 

Mijn leven is hectisch, maar dat houdt me scherp en jong. Ik ga van zittingen naar voorgeleidingen en huizen van bewaring. Ik behandel sinds enkele jaren ook cassatiezaken bij de Hoge Raad. Als dat naar tevredenheid voor de cliënt afloopt dan voelt dat als een klop op mijn schouder. Wel vraag ik regelmatig aan collega’s en kantoorgenoten of mijn inbreng en aanwezigheid nog wel van bepaalde kwaliteit is. Ik kan zelf wel met oogkleppen op beweren dat ik op mijn 68e nog steeds prima functioneer, maar wellicht denken anderen daar heel anders over. Gelukkig krijg ik tot nu toe altijd positieve berichten terug.

Anno 2018 gaat alles via de digitale snelweg een stuk sneller. Ik moet nog altijd mijn studiepunten behalen en in een hogere versnelling informatie tot me nemen. Het houdt mijn hoofd scherp. Ik merk dan ook niet veel van het feit dat ik tegen de 70 aanloop. Op ons kantoor werken buiten mijzelf drie collega’s op de strafrechtsectie; vroeger moest ik op dat vlak alles alleen doen. Het zorgt ervoor dat we zaken beter kunnen voorbereiden en verdelen en dat er onderling overleg en afstemming zijn. Dat maakt het ook mogelijk voor mij om door te gaan.

Collega’s die wel met pensioen gaan, verdwijnen vaak helemaal van het toneel. Ik vind het jammer dat daarmee veel kennis en ervaring verloren gaan.’

Emelie-van-Empel

‘Niet elke dag acht declarabele uren’

Emilie van Empel is advocaat bij Blue Legal Advocaten | Adviseurs in Breda. Onlangs – op haar 70e – moest ze stoppen als deken van de orde van advocaten. Tot haar spijt. ‘Ik had graag nog een paar jaar willen doorgaan.’ 

‘Het kwam natuurlijk niet als een verrassing. Ik wist dat ik mijn functie als deken op mijn 70e moest neerleggen. Ik snap het ook, maar jammer vind ik het wel. Wat mij betreft, had ik nog wel een paar jaartjes mee gekund. Het is qua regelgeving een lastige materie. Zeventig is weliswaar het nieuwe zestig, maar dat geldt niet voor iedereen. Ik ken collega’s die jonger zijn dan ik en bijvoorbeeld Alzheimer hebben. Ergens moet een grens getrokken worden. Laatst zei iemand tegen mij: “Het is zonde, er gaat op deze manier zoveel deskundigheid en ervaring verloren.” Dat is ook zo. Maar de leeftijdsgrens verhogen, is een risico. Niet iedereen is op zijn 70e fysiek en mentaal nog fit. Willem Korthals Altes wilde vorig jaar de Staat voor de rechter dagen wegens leeftijdsdiscriminatie. Ook rechters moeten op hun 70e stoppen, maar Korthals Altes – toen 68 – wilde doorgaan. De minister heeft laten weten dat er geen sprake is van leeftijdsdiscriminatie bij rechters, en dat is natuurlijk een heel formeel standpunt, maar wel volledig volgens de wet. Ze willen dus bij de wettelijke begrenzing blijven. Ik vind het goed dat de discussie er is, maar heb er zelf geen éénduidige mening over. Het is niet eenvoudig goed te regelen en ligt genuanceerd.

Ik heb altijd gewerkt. Vanaf mijn 20e. Ik ken eigenlijk geen ander leven, heb mijn ontspannings­momenten – ik houd van lezen, muziek, films en het theater – altijd om het werken heen gebouwd. Mijn man is ontwerper en ondernemer, ook hij werkt nog altijd keihard. Wij kunnen ons niet voorstellen dat we doordeweeks op de golfbaan zouden staan. Of naar andere clubjes gaan.

Mijn praktijk was hoofdzakelijk op het gebied van ondernemingsrecht en contractrecht. Dat brengt veeleisende cliënten met zich mee. Ik heb mij daarom de laatste jaren – naast mijn functie als deken – voornamelijk beziggehouden met advieswerkzaamheden. Een cliënt van a tot z begeleiden was qua uren voor mij niet haalbaar. Nu ik na zeven jaar geen deken meer ben, ben ik ook niet van plan om het procederen weer op te pakken. Adviseren is voor mij voldoende, ook op het terrein van regelnaleving. Dat is het voordeel van ouder worden. Je hoeft niet meer elke dag acht declarabele uren te maken. De druk is eraf. En dat werkt heel prettig.’

Wout-van-Veen

‘Werken is de fijnste tijdsbesteding’

Wout van Veen, advocaat bij Wout van Veen Advocaten in Utrecht, is 73 en naar eigen zeggen ‘still going strong’. ‘Mijn maatschappelijke verontwaardiging stimuleert mij om door te gaan.’ 

‘Er is zoveel onrecht in Nederland. Ik trek me dat persoonlijk aan. Als advocaat ben ik gespecialiseerd in beroepsziekten, letselschade en arbeidsrecht. Als ik zie wat de uitstoot van giftige stoffen doet met het milieu, maar ook met werknemers, dan gaat me dat aan mijn hart. Dat is mijn drijfveer om aan het werk te blijven. Ik ben bijvoorbeeld betrokken bij de zaak van chemieconcern DuPont in Dordrecht. Mensen die in de buurt hebben gewoond van deze fabriek zijn jarenlang via de lucht blootgesteld aan de stof perfluoroctaanzuur. Zeer schadelijk, omdat de waarden in de lucht hoger waren dan door het RIVM zijn toegestaan. Ik ben daar verontwaardigd over. Hoe kan zoiets? Ook ben ik betrokken bij de chroom-6-affaire van Defensie. Oud-medewerkers hebben op de POMS-sites en waarschijnlijk ook op vliegbases van Twente, Soesterberg en Gilze-Rijen met de kankerverwekkende chroom-6-verf gewerkt. Mogelijk zijn meer dan honderd oud-medewerkers van Defensie getroffen als direct gevolg daarvan. Het RIVM verricht daar een onderzoek naar op last van de minister van Defensie. Dat onderzoek wordt begeleid door een toetsingscommissie. Ik zit in die commissie. Of mijn verontwaardiging mij op de been houdt? Het is zeker een stimulans. Ik kan met mijn ervaring en kennis een bijdrage leveren aan dit soort zaken. Wellicht leidt dat tot meer bewustwording. Ik vind dat heel belangrijk.

Nu ik de zeventig ben gepasseerd, doe ik nog maar weinig individuele zaken. Dat is een bewuste keuze. Als je ouder wordt, is je opname toch wat beperkter. Ik doe met name collectieve zaken en heb me gespecialiseerd in letselschade. Dat was een geleidelijk proces. Ook geef ik cursussen op het gebied van werkgeversaanspra­kelijkheid.

Werken is verreweg de prettigste tijdsbesteding. Het is nuttig en de activiteiten houden je bij de tijd. Ik wil niet zeggen dat ik blijf werken totdat ik er dood bij neerval, maar zolang het fysiek en psychisch nog gaat, ben ik niet van plan te stoppen. Er zijn nog zoveel conflicten in Nederland. Die vergiftiging: dat trek ik me aan. Zeker omdat het mijns inziens gestimuleerd wordt door de laatste drie kabinetten. Nee, van mij zijn jullie voorlopig nog niet af. Onrecht? Ik kan er niet tegen.’

Jacob-Geuze

‘Als mediator is mijn leeftijd een voordeel’

Jacob Geuze, advocaat bij Geuze Advocaten & Mediators in Best, is 68 en heeft al jaren AOW. Niettemin wil hij van geen wijken weten. ‘Het is veel te gezellig op kantoor.’ 

‘Met pensioen gaan? Het lijkt me een gruwel. Dan leef je voor spek en bonen door. In mijn optiek dan, hè? Ik houd van zeilen, tuinieren en op vakantie gaan. En geloof me, dat doe ik ook zeker. Maar ik wil ook werken. Iets nuttigs doen. Die balans is essentieel. Daarbij zou ik de gezelligheid van kantoor te veel gaan missen. Bij ons is de gedachte dat werk leuk moet zijn en ontspannen. Targets of prestatiedwang? Daar doen we niet aan. Toen ik Geuze Advocaten & Mediators startte, kozen mijn vrouw en ik ervoor om kantoor aan huis te houden. We hebben een groot huis gebouwd met aan de voorzijde het kantoor – secretariaat, drie werkkamers, een archiefkelder – en wij wonen achter en boven het kantoor. De enige verbinding tussen de woning en kantoor is een lift. Dat heeft me altijd in staat gesteld om actief betrokken te zijn bij de opvoeding van de kinderen. Mijn zoon heeft toen hij ouder werd bij mij stage gelopen, is gebleven en met hem vorm ik nu een maatschap. Mijn vrouw werkt ook mee in de maatschap en veel medewerkers blijven jarenlang hangen. Er is een redelijk intensief verkeer tussen kantoor en ons woonhuis. We lunchen samen en lopen veel bij elkaar binnen. Er wordt gepraat en gelachen, maar sores worden ook gedeeld. Als ik met pensioen zou gaan dan zou ik het missen om met deze mensen te werken. Ik beschouw ze toch een beetje als familie.  Als ik als mediator optreed in familiezaken, is mijn leeftijd een voordeel. Ik merk dat mijn cliënten opkijken tegen mijn grijze haren. Doordat ik wat ouder ben, nemen mensen dingen sneller van me aan. Heerlijk vind ik het om zaken zo op te lossen dat ieders belang in ogenschouw wordt genomen.

Ik houd ervan om dicht bij de men­sen te staan. Iets voor ze te betekenen. Ik ben gespecialiseerd in arbeidsrecht en personen- en familierecht en krijg er nog altijd energie van als ik mijn ­cliënten vooruit kan helpen. Ik vind het ook heel belangrijk om het systeem te blijven ondersteunen. Ik zie om me heen dat advocaten steeds minder toevoegingen doen. Anno 2018 is de advocatuur commerciëler dan toen ik begon. Soms moeten cliënten shoppen om een advocaat te vinden die toevoegingszaken behandelt. Toegevoegde zaken worden veelal alleen aangenomen als het weinig tijd kost. Zelf ben ik niet commercieel ingesteld. Ik wil mensen graag helpen, ook als ze weinig geld hebben. Dit is naast de gezelligheid op kantoor één van mijn drijfveren om nog altijd meer dan vijftig uur per week te werken.

Doordat ik kantoor aan huis heb, kan ik elke donderdag op mijn twee kleinkinderen passen samen met mijn vrouw. Heerlijk vind ik dat. We halen ze van school en ze blijven hier eten. En ’s avonds? Dan werk ik gewoon weer lekker door.’


Dit artikel is ook verschenen in Advocatenblad 2018-04. De hele editie is hier te bekijken. 

Nathalie de Graaf

Nathalie de Graaf

Freelance journalist

Profile page
Advertentie