Marry-de-Gaay Fortman

Een dooie eend tref ik best vaak. Het is iemand die niet meer constructief meedoet en uit persoonlijke of zakelijke frustratie de boel gaat tegenwerken. Ik heb geleerd ze te herkennen en ermee om te gaan. Niet door diegene helemaal te negeren. Eerder door het te laten voor wat het is en er geen negatieve energie naar te laten sijpelen. Doe je dat wel, dan ben je ze aan het verdrinken, schrijf je ze af en zet je de relatie op het spel.’  

Advocaat Marry de Gaay Fortman (52) legt de titel van haar boek uit tijdens een wandeling vanaf het Houthoff-kantoor aan de Amsterdamse Zuidas. Terwijl ze onder het voormalige Houthoff-kantoor doorloopt, dat als een soort wegrestaurant de Amsterdamse Parnassusweg overspant, vertelt ze enthousiast over de periode waarin ze er managing partner was, tot 2007: ‘Ik heb veel aan de brede blik die ik toen ontwikkeld heb, zeker nu als commissaris bij DNB en KLM, en in andere toezichthoudende functies. Als advocaat ben je vooral met een zaak, een cliënt en een deelbelang bezig. Een managing partner moet het groter geheel overzien.’ 

De Gaay Fortman legt uit hoe ze het voor elkaar krijgt: een drukke publiek-private praktijk als partner, een aantal commissariaten en vier opgroeiende kinderen. Ze krijgt de vraag ‘hoe ze dat toch doet’ al haar hele carrière. ‘Er zit een vooroordeel in die vraag, maar ik geef er altijd antwoord op, omdat ik hoop dat het anderen inspireert. Ik heb geleerd mijn tijd zo effectief mogelijk in te zetten. Beminnelijkheid is daarbij essentieel, omdat je op die manier weinig energie verspilt. Overigens moet je je als werkende ouder van een groot gezin ook afvragen hoe erg het is als niet alles perfect gaat. Kinderen worden er zelfstandig van.’

De Gaay Fortman is de vijftig voorbij. Een aantal jaren geleden vroeg een uitgever of ze haar ervaring als vrouw in een mannenwereld op wilde schrijven. ‘Ik wilde er eerst nog niet aan, was te druk met werk, nevenfuncties, opvoeden. Nu wilde ik het wel, omdat ik hoop dat anderen wat aan mijn ervaring kunnen hebben.’ Ze schreef het boek samen met ghostwriter Nicole Gommers. Die hulp was essentieel. ‘Anders zou het onleesbaar zijn, zij schrijft vlotter dan ik en kon er meer tijd voor maken.’ Met Verdrink geen dooie eend wil ik mannen en vrouwen verbinden om optimaal elkaars talenten te benutten. Ik vind dat de huidige discussie over de doorstroom van vrouwen naar de top polariserend wordt ingestoken. Of het is hun eigen schuld dat vrouwen de top niet bereiken, of mannen krijgen de zwartepiet toegespeeld. Volgens mij is het zinvoller om mannen en vrouwen in te laten zien hoe sterk we samen staan.

Die stimulans is nog nodig, constateert ze met spijt. ‘We zijn nog niet met genoeg vrouwen aan de top. Was het maar waar. Ik denk dat we op drie niveaus de gelijkheid van mannen en vrouwen moeten bereiken. Het eerste is thuis, aan de keukentafel. Daar gaat het wel beter dan in de tijd dat ik begon met werken. In mijn team stopt bijvoorbeeld geen van de vrouwen meer met werken als ze zwanger zijn. En de meesten gaan ook niet minder werken. Maar nog steeds zijn vrouwen eerder geneigd in te schikken als hun man ook carrière maakt. Het tweede niveau van gelijkheid zie ik in de besturen, directies, of de maatschap. Daar zijn we er nog lang niet, ook bij ons kantoor niet. We doen het relatief goed, in onze raad van advies is de verhouding wel fiftyfifty. Bij Houthoff heerst geen machocultuur, maar toch hebben we slechts twintig procent vrouwelijke partners.’  

Het derde niveau betreft de overheid. De Gaay Fortman gelooft inmiddels dat gelijkheid alleen bereikt kan worden met regels en quota van de overheid. ‘Ik heb lang gedacht dat dit niet nodig was, maar zie niet hoe we het anders voor elkaar moeten krijgen. Het is toch al in vele onderzoeken aangetoond dat diversiteit voor de bedrijfs- of organisatiecultuur van wezenlijk belang is. We zijn daar een uiterst conservatief land in. Het is echt onzin dat die capabele topvrouwen er niet zouden zijn. In de database van Stichting Topvrouwen zitten 1600 heel goede vrouwelijke professionals.’ 

Als commissaris ziet ze de hard­nekkige reflex bij mannelijke bestuurders om nog steeds een man te benoemen. ‘Vaak gebruiken ze het argument dat dit ene mannelijke toptalent nu toch echt aan de beurt is om in het bestuur te komen. In Frankrijk krijgt sinds 2017 een raad van bestuur met te weinig vrouwen gewoon zijn bezoldiging niet meer. Daar is het heel snel veranderd.’  

De beminnelijkheid waar De Gaay Fortman in haar boek voor pleit, is wat haar betreft een essentiële vaardigheid van advocaten. Vlak voordat ze weer naar een volgende vergadering moet, licht ze dat toe: ‘Ik geloof oprecht dat je hard kunt zijn op de inhoud, en zacht moet zijn op de relatie. Advocaten moeten absoluut beminnelijkheid betrachten. Hoe? Neem altijd de telefoon op als de advocaat van de wederpartij belt, blijf in gesprek, blijf zoeken naar een oplossing. Dat betekent niet dat je de zaak niet soms aan de rechter voorlegt, maar ook dan moeten wij zorgen dat er een gesprek mogelijk blijft, al hebben onze cliënten slaande ruzie. Is dat vrouwelijk? Misschien, maar ik denk dat het zakelijk ook het meest verstandig is om te doen. De dooie eend verdrinken, dat keert zich ook een keer tegen je, dat is gewoon niet professioneel.’ 

Marry de Gaay Fortman 

1988 – nu Advocaat|Partner Houthoff
2001 – 2007 Managing partner Houthoff
Commissaris De Nederlandsche Bank, KLM, Toneelgroep Amsterdam, Museum Paleis Het Loo, De Nederlandse Bachvereniging
Voorzitter Stichting Topvrouwen

Bolsius

Erik Jan Bolsius

Freelance journalist

Profile page
Advertentie