Advocaten Manfred Nan en Hans Wiggers hebben er zin in. De oud-kantoorgenoten hebben afgesproken hoe ze samen dit varkentje gaan wassen. Hans houdt het fiscale pleidooi, Manfred zal aan de poten zagen van het strafrechtelijk onderzoek. Daar is alle reden voor, zegt hij voor aanvang van de zitting. ‘In mijn 33 jaar praktijk heb ik het nog nooit zo zout gegeten. Er klopt werkelijk niks van!’
De zaak tegen hun cliënten kwam aan het rollen door een verhaal in De Telegraaf in 2012. ‘Miljoenenfraude nagemaakte Bugatti’s’ stond erboven. Aanleiding was een aangetroffen replica in Waddinxveen die te koop stond als origineel. Met deze ene auto hadden D. en L. op het oog niks te maken, maar een alerte douane-ambtenaar dook de computersystemen in en zag de naam van D.’s bedrijf eruit rollen. Dat was het begin van een strafrechtelijk onderzoek waarvoor de FIOD alles uit de kast haalde: taps van telefoon en e-mailverkeer, en zelfs een informant, A3525, die optrad als geïnteresseerde koper. En nu, vijf jaar na aanvang, is er dan eindelijk de zitting.
D. en L. werkten als expediteur voor het Argentijnse bedrijf dat de wagens maakte, Pur Sang. Ze voerden de Bugatti’s in om ze af te leveren bij de uiteindelijke kopers. Pur Sang leverde bij elke auto de vereiste importdocumenten, waaronder zogenaamde planilla’s de aforo. Daarop stonden de bouwjaren van de originele modellen. D. en L. voerden de wagens in onder de douanecode 9705, bestemd voor auto’s waarvan de productie tenminste 30 jaar geleden is gestopt. Op die manier hoefden ze maar 6 procent omzetbelasting te betalen; veel minder dan bij code 8703, dat is die voor nieuwe auto’s. Over die wijze van importeren hadden ze al dertien jaar een werkafspraak met de douane.
Bij de autoriteiten begonnen belletjes te rinkelen toen ze die planilla’s eens nader bekeken. Op elk document zat op dezelfde plek een vlek. Waren dat geen kopietjes? En dat bouwjaar en het land van oorsprong dat er steeds op stond, Italië, dat kon toch niet kloppen als die auto’s in Argentinië werden gemaakt?
Ter zitting gaat het een tijd lang over de vraag wat voor auto’s er nu precies worden gemaakt bij Pur Sang. Zijn die nu nieuw of oud, of nieuw met oude onderdelen, of oud met nieuwe onderdelen?
Helemaal helder wordt dat niet. De lezingen verschillen. De voorzitter van de meervoudige kamer loopt het dossier door. ‘Pur Sang zegt: wij maken nieuwe auto’s, die mogen geen merknaam voeren en geen embleem. Hoe zit dat?’
‘Bij mijn weten’, zegt D., ‘zijn auto’s van Pur Sang altijd samengestelde auto’s waarbij ook oude onderdelen worden gebruikt. Pur Sang heeft jarenlang Argentinië en omliggende landen afgestruind naar oude onderdelen. Wij duiden onze auto’s aan als objecten van verzameling en niet als klassieke auto’s.’
‘Een originele Bugatti kan miljoenen kosten’, zegt de voorzitter. ‘Maar die van u staan op de vrachtbrieven voor 50.000 of 100.000 euro. Hoe kan dat, als er ook originele onderdelen in zitten? Ik kan me voorstellen dat het uitmaakt voor de waarde als er meer originele onderdelen in zitten. Maar u zegt: als ik ze invoer, weet ik eigenlijk niet uit welke onderdelen een auto is samengesteld.’
‘Dat klopt’, zegt D. ‘We hebben dertien jaar lang zo auto’s in Europa geïmporteerd in opdracht van Pur Sang en nooit een signaal gekregen dat er iets mis was.’
‘Waarom hebt u met Pur Sang afgesproken dat de code 9705 zou zijn?’, wil een van de bijzitters weten.
‘Omdat het geen nieuwe auto’s zijn’, zegt D. ‘Het zijn historische auto’s, ingevoerd als object van verzameling. Omdat ik vind dat het dat zijn.’
Dan gaat het een tijdje over de gewraakte invoerdocumenten, de planilla’s. ‘Uit het dossier’, merkt de rechter op, ‘komt het beeld naar voren dat zo’n planilla naar hartelust maakbaar is, een soort feestartikel. Zeg maar hoe je het hebben wilt. En de suggestie die het dossier wekt, is: ik wist donders goed wat dit voor auto’s waren, het moet er niet te dik op liggen dat het replica’s zijn.’
‘Dat wordt nu allemaal heel verdacht gemaakt’, zegt D. ‘Maar als u alle expediteurs in Nederland aftapt, zult u overal dit soort gesprekken horen.’
Maak die planilla nou niet te belangrijk, zegt L. ‘Die dient alleen maar om te controleren of het papier bij het goed hoort. Het hoort bij de afspraken met de douane dat die erbij zit. Ik heb er als expediteur helemaal geen financieel belang bij, de marge op een import is maar een paar honderd euro.’
De officier van justitie zet hard in. Feitelijk worden er in Argentinië nagelnieuwe auto’s gemaakt naar historisch ontwerp, zegt hij, en D. en L. hebben valsheid in geschrifte gepleegd met de planilla’s de aforo om aan te tonen dat het oude auto’s zijn. Op die manier hoefden ze minder invoerrechten te betalen en konden de replica’s op kenteken worden gezet. Met een kenteken konden de museumstukken de weg op, en daarmee zijn ze voor de bezitter veel meer waard. ‘In een wereld waar vertrouwen en authenticiteit zo belangrijk zijn, is het onbegrijpelijk dat de verdachten zich hebben laten lenen voor deze fraude.’ Hij eist veertien maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf tegen D., twaalf maanden tegen L., en 182.000 euro boete voor D.’s bedrijf.
Advocaat Wiggers is verbijsterd door die eis. De suggestie dat er zou zijn gefraudeerd zou zijn voor de handel is volgens hem klinkklare nonsens. D. en L. waren enkel tussenpersonen die zorgden dat de auto’s van Pur Sang bij hun uiteindelijke eigenaren terecht kwamen. En als D. en L. met de inspecteur omzetbelasting afspraken hadden gemaakt over de invoercode en sinds 2000 werkafspraken hadden met de douane, dan mochten ze er toch van uit gaan dat ze het goed deden? ‘De Nederlandse autoriteiten wisten van de hoed en de rand.’ Sterker: terwijl er in 2012 op de bureaus van de Belastingdienst en in Brussel discussie was over code 9705, deed de inspecteur van de douane boekenonderzoek bij D. en L. en zweeg daarover. D. en L. bleven dus aangifte doen zoals ze dat altijd deden.
En de rekensommen van de FIOD, daar klopt ook niks van, zeggen Wiggers en zijn collega Nan. Alles bij elkaar betaalden D. en L. volgens hen niet te weinig belasting, maar juist teveel; anderhalf jaar lang 19 procent omzetbelasting in plaats van de gebruikelijke 6. Per saldo hebben ze 35.000 euro teveel betaald, becijfert Wiggers. Hij is nog persoonlijk naar de FIOD geweest om de stukken over de omzetbelasting te overhandigen, maar die zijn buiten het onderzoek gelaten. ‘En ik heb zelden meegemaakt dat iemand wordt vervolg omdat hij te veel belasting heeft betaald!’ Wiggers wil dat het OM niet-ontvankelijk wordt verklaard, of anders vrijspraak.
Collega Nan doet er nog een forse schep bovenop. ‘Hier is sprake van een ongehoorde heksenjacht, met het faillissement van een gezond bedrijf tot gevolg! Een capabele ambtenaar had met één druk op de knop kunnen concluderen dat deze zaak nooit had mogen worden aangemerkt voor strafrechtelijke vervolging.’
En, de advocaat zegt het nog maar eens: D. en L. zijn nooit zelf eigenaar geweest van de auto’s die ze invoerden als expediteur. De facturen die ze aantroffen in de boekhouding van D.’s bedrijf en waarop de opsporingsambtenaren zich baseerden, dat waren zogenaamde pro-formafacturen die de douane nodig heeft om de waarde van de ingevoerde auto’s vast te stellen. ‘Ik denk dat men eenvoudig niet weet hoe dat werkt.’ Wat die omstreden planilla’s betreft, een ervaren douaneambtenaar die in de zaak is gehoord heeft verklaard dat die feitelijk niks voorstellen en niet relevant zijn voor het invoeren van een auto.
En dan de gebruikte opsporingsmethoden! Onder meer taps op de telefoon en de mail, inzet van een informant annex pseudokoper – een pakket dat niet zou misstaan bij terrorisme of georganiseerde criminaliteit, zegt Nan. Was de rechtsorde nou zo ernstig geschokt door dat stuk in De Telegraaf? ‘Dit is een Kafkaëske zaak waarbij onrechtmatig zware dwangmiddelen zijn losgelaten op hardwerkende, nietsvermoedende burgers.’ Hij sluit zich aan bij Wiggers: niet-ontvankelijk, en anders vrijspraak.
De rechtbank oordeelt heel anders. Twee weken later krijgen beide mannen een werkstraf van 200 uur en een voorwaardelijke celstraf van zes maanden. Het bedrijf krijgt 100.000 euro boete, waarvan de helft voorwaardelijk. De planilla’s waren vals; de auto’s zijn ingevoerd onder de verkeerde code en daardoor kan de Belastingdienst geld zijn misgelopen. Hoe veel, dat moet de bestuursrechter maar bepalen.