david Schreuders

Als Schreuders vlak bij de Amsterdamse Zuidas de woonwijk in wandelt, wijst hij naar een luxevilla. Het is het voormalige kantoor van beurshandelaar Adri S., die begin deze eeuw terechtstond in de Clickfonds-zaak. ‘Ik heb hier veel gezeten voor overleg met mijn cliënt. Die zaak ging over allerlei financieel-economische strafbare feiten, het hele spectrum. Valsheid in geschrifte, witwassen, misbruik van voorwetenschap, belastingfraude en omkoping.’ Het zijn de delicten waar Schreuders’ cliënten vaker van beticht worden, altijd hoge bestuurders, ondernemers of bedrijven. Hij mag meestal geen namen noemen van cliënten, maar een al wat oudere zaak is die van havenbaron Joep van den Nieuwenhuijzen. Momenteel staat hij verschillende accountants van KPMG bij, onder andere in een zaak over fiscale fraude rond de bouw van het nieuwe hoofdkantoor. Tamelijk hot is ook het door het Openbaar Ministerie (OM) ingestelde hoger beroep na de vrijspraak van een bekende bestuurder van Achmea. Ook bedrijven als Zegwaard, Trafigura, bankiers in de Libor-zaak, de vastgoedfraude: in 28 jaar wist menig bestuurder in nood hem te vinden.

Van de Clickfonds-zaak leerde hij hoe belangrijk het is om op details te letten. ‘De officier had een tunnelvisie ontwikkeld en ik wist uit andere “gewone” strafzaken wel hoe een verhoor eraan toeging. Ze verweten mijn cliënt dat hij aan frontrunning deed, het met misbruik van voorkennis alvast gaan handelen in aandelen. Ik had hem geïnstrueerd zich op zijn zwijgrecht te beroepen, het OM met de beschuldigingen en de onderbouwing ervan te laten komen. Dat had hij goed in zijn oren geknoopt met als gevolg dat het OM een reeks aan beschuldigingen aan het eind van de rit niet kon hard maken. Hij heeft uiteindelijk een lichte sanctie gekregen voor iets waar je ook nog wel over kon twisten, maar voor al die andere feiten werd hij vrijgesproken.’

De dossiers in zijn zaken zijn omvangrijk, om alle details te kunnen doorgronden, heeft Schreuders geleerd te delegeren. ‘Ik lees snel, heb collega’s die meelezen en voor mij in de jurisprudentie duiken en daarmee kan ik het verschil maken. Die methode heb ik pas op de grote kantoren geleerd. De eerste vijftien jaar zat ik op kleine kantoren en deed ik het allemaal zelf.’ Hij leerde het vak van de bekende strafpleiters Wladimiroff en Spong, had even zijn eigen kantoor, was partner bij Van Mens & Wisselink en DLA Piper. Sinds een jaar is hij partner bij het voor Zuidas-begrippen betrekkelijk kleine Simmons & Simmons. ‘Ik kan hier een gecombineerde litigation en investigation-praktijk opbouwen in een internationale omgeving. Die afwisseling geeft me de grootste werkvreugde.’

Ooit deed Schreuders wel seks, drugs en rock-’n-rollzaken, zoals hij ze noemt. ‘Een groot hasjtransport, kindermisbruikers, moordenaars, verkrachters. In die praktijk gaat het vaak heel zwart-wit over de vraag of hij het wel of niet heeft gedaan.’ In de economisch-financiële praktijk, is het bijna altijd grijs, stelt hij vast. ‘Er is wel iets gedaan, betaald, opgeschreven of afgesproken, maar de vraag is of dat misleidend, of verhullend is. Is het gebeurd met een verkeerde intentie?’

Rechtspolitiek

Schreuders staat veelal hooggeplaatste professionals bij die van fraude worden verdacht. ‘Als je goed naar die feiten kijkt, zijn ze vaak als het ware uitgegleden over een bananenschil. Zo iemand loopt bepaalde risico’s die te maken hebben met zijn positie. In de Achmea-zaak gaat het om een afspraak op een wat lager niveau in de divisie waar mijn cliënt de leiding over had. Opzet, misleiding of persoonlijk gewin zit er helemaal niet in.’ Waar rook is, is vuur, krijgt hij vaak genoeg voor zijn voeten geworpen, maar ­Schreuders weet inmiddels dat dat echt niet altijd zo is. ‘Natuurlijk zijn er ondernemers bij die onvoorzichtig of gemakzuchtig worden, of die bepaalde risico’s nemen en ik heb ook cliënten gehad die bewust buiten de grenzen van de wet zijn gegaan, maar vaak is er gewerkt met goede intenties, door mensen met hart voor de zaak. En soms hebben ze inderdaad een fout gemaakt, dat geven ze dan ook toe, maar dat zegt niet dat ze het moedwillig hebben gedaan.’

Hij beaamt dat zijn hooggeplaatste, intelligente cliënten goed worden betaald voor hun verantwoordelijke werk. Het Openbaar Ministerie duikt toch niet zomaar op elke verkeerde beslissing in het bedrijfsleven? ‘Het is deels rechtspolitiek. Ze zijn bang dat er Kamervragen komen als er een schikking of sepot volgt na grondig onderzoek. Ik heb weleens het gevoel dat het Openbaar Ministerie niet zelf die beslissing durft te nemen en het voorlegt aan de rechter, zodat die de knoop doorhakt.’ Dat levert zijn cliënten enorme schade op, vertelt ­Schreuders. ‘Zo’n zaak loopt meestal drie tot vijf jaar. De gevolgen zijn vaak desastreus voor zo iemand. Als je in de financiële sector zit, of onder andere vormen van toezicht valt, heb je niet alleen maar met het OM of de publieke opinie te maken, maar ook nog met een toezichthouder. Die dwingt je voortijdig het veld te ruimen. Hoge bomen vangen veel wind, maar dat verdienen ze in mijn ogen lang niet altijd, omdat de feiten dat niet rechtvaardigen. Dan spelen er ook andere motieven dan alleen strafrechtelijke handhaving een rol. Een voorbeeld stellen, naming-and-shaming, zoiets denk ik eerder.’

De aard van zijn praktijk vraagt volledige toewijding, dus Schreuders werkt al zijn hele carrière zeventig tot tachtig uur in de week. Vlak voordat hij weer aan het werk gaat, vraagt hij zich hardop af: ‘Als ik het over zou mogen doen, zou ik het dan anders hebben gedaan? Het is een gewetensvraag. Ik heb er een goede positie door bereikt in mijn vak, dus had ik minder willen werken? Nee, misschien ook niet, dit werk kun je niet een beetje doen.’

David Schreuders
2017 – nu Partner Simmons & Simmons
2010 – 2017 Partner DLA Piper
2004 – 2010 Partner Van Mens & Wisselink
2000 – 2004 Partner Wladimiroff Waling Schreuders
1990 – 2000 Advocaat/partner Wladimiroff & Spong
Getrouwd, vijf kinderen

Bolsius

Erik Jan Bolsius

Freelance journalist

Profile page
Advertentie