
Dat kenmerkte zich vooral door grijze kolommen tekst. Beeld werd niet of nauwelijks gebruikt. Af en toe was er een kleine zwart-witfoto te vinden in het blad, soms een tekening.
Vanaf 1985 verscheen de cartoon Meesterpinguïn regelmatig in het Advocatenblad, getekend door de Amsterdamse advocaat Willem van Manen († 2008). De Pinguinius magister van Van Manen was rijk bedeeld met alle onhebbelijkheden die de mens eigen zijn. De cartoons werden in 1996 en 2002 gebundeld. De opbrengsten gingen naar de stichting Advocaten voor Advocaten, waarvan Van Manen jarenlang voorzitter was.
Door de jaren heen kwam er meer beeld in het Advocatenblad. Dankzij betere en goedkopere druktechniek mocht de redactie vanaf 1994 viermaal een kleurenfoto op de omslag plaatsen. Kleur op de binnenpagina’s was toen nog geen optie, dat volgde pas later.
Eigenlijk kreeg het Advocatenblad pas eind jaren negentig het uiterlijk van een echt magazine, met niet alleen oog voor de inhoud maar ook voor de vorm. Het blad kreeg in die tijd ook een ‘formule’, geënt op een aantal veronderstelde lezersbehoeften.
‘De advocaat is in de eerste plaats jurist. De juridische onderwerpen blijven daarom vooropstaan,’ schreef algemeen deken Tom de Waard begin 1994 ter introductie van de nieuwe formule. Ook het ondernemerschap gold destijds als belangrijk thema. ‘Als ondernemer heeft de advocaat te maken met concurrentie. (…) Marketing, praktijkplanning en kwaliteitszorg behoren tot het wapentuig van de advocaat-ondernemer.’ Als derde element noemde De Waard de politiek. ‘De rechtsbescherming, waarop onze cliënten aanspraak kunnen maken, is onze voortdurende aandacht waard.’ Alle reden om in het Advocatenblad ruim baan te maken voor de rechtspolitieke discussie, waarbij ‘de redactionele onafhankelijkheid vooropstaat’.
Die redactionele onafhankelijkheid was voor De Waard vanzelfsprekend, net zoals die van de advocatuur. ‘Onafhankelijkheid is misschien wel het meest elementaire kenmerk van onze beroepsuitoefening. Onafhankelijk van de overheid, de rechterlijke macht en onze cliënten verlenen we rechtsbijstand. Terecht menen wij, dat de kwaliteit van rechtsbijstand slechts door een zelfstandige beroepsuitoefening gewaarborgd is.’
Onafhankelijk
Inmiddels is de onafhankelijkheid van advocaten verankerd in de Advocatenwet. Die van de redactie is vastgelegd in een redactiestatuut, bewaakt door een tienkoppige advocatenredactie. De bladformule is in essentie niet veel veranderd. De politieke en maatschappelijke rol en de positie van de advocatuur zijn nog altijd essentiële thema’s voor het Advocatenblad.
Dat geldt evenzeer voor (de kwaliteit van) het ondernemerschap en het alsmaar toenemende belang van communicatieve, commerciële, technische en sociale vaardigheden. De strikt juridische onderwerpen, hoewel in elk nummer nog vertegenwoordigd, hebben wat aan belang ingeboet. Dat is onvermijdelijk het gevolg van de specialisering binnen de diverse rechtsgebieden. Het Advocatenblad is er immers voor de gehele balie. De bindende rol van het blad is dan ook zwaarder gaan wegen.
Ander belangrijk onderscheid tussen vroeger en nu vormt de verstrooiing. De redactie zoekt steeds naar een evenwicht tussen ‘need to know’ en ‘nice to know’. Stevige kost wordt afgewisseld met luchtiger onderwerpen. Het lezen van het Advocatenblad moet niet als huiswerk worden ervaren, maar mag ook gewoon plezierig zijn. En passant maakt dat het werk leuker. We moeten immers al zoveel.
Dit is de zesde aflevering van een serie over honderd jaar Advocatenblad. Het Advocatenblad viert het jubileum op 25 september met een eeuwcongres in Bussum waar alle Nederlandse advocaten welkom zijn.