De inspectie deed onderzoek naar de wijze waarop UWV de ontslagtoets uitvoert. UWV heeft als wettelijke taak om een aanvraag voor een ontslagvergunning van een werkgever te beoordelen. Dan gaat het om een marginale toets bij ontslag om bedrijfseconomische reden.
Als er een ontslagvergunning is verleend, dan kunnen werknemers het ontslag nog aanvechten bij de kantonrechter. Die beoordeelt de zaak opnieuw, zonder een oordeel te geven om het besluit van UWV. Meer dan 45 procent van de ontslagen werknemers zegt in een onderzoek van de Inspectie SZW dat ze geen informatie hebben gekregen van UWV over het recht om naar de kantonrechter te gaan. Nog eens 39 procent kon zich niet herinneren dergelijke informatie van UWV ontvangen te hebben. Ruim 92 procent van de respondenten zegt dat ze geen gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om naar de kantonrechter te stappen.
‘Het is belangrijk dat de werknemer van deze optie op de hoogte is,’ oordeelt de Inspectie SZW. UWV zou de informatieverschaffing op dit punt moeten verbeteren. De inspectie suggereert dat de instantie in haar beschikking over de aanvraag ontslagvergunning kan aangeven dat een gang naar de kantonrechter nog mogelijk is. UWV stelt in een reactie dat ze die mogelijkheid ’tegen het licht wil houden’.
Volgens de inspectie zijn de werknemers in de ontslagprocedure bij UWV zelf nog altijd de zwakkere partij. Ze worden door de instantie niet ‘bij de hand genomen’ om een adequate reactie te geven op een ontslagaanvraag van de werkgever. Minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid reageert dat dit meer een taak is voor vakbonden of advocaten.
Het rapport is maandag naar de Tweede Kamer gestuurd.