Aanleiding voor het onderzoek is een melding door een klokkenluider. Het onderzoek, gestart in april en uitgevoerd door drie hoogleraren, richt zich op onregelmatigheden inzake doodsoorzaken bij steek- en slagwonden. De commissie bekijkt ook of de vermeende misstanden gevolgen hebben voor rapportages die in het verleden gebruikt zijn bij strafzaken.
Een woordvoerder van het NFI zegt in de Telegraaf dat het NFI zelf ook onderzoek heeft verricht. ‘Bij de door ons zelf onderzochte dossiers was geen sprake van beïnvloeding van de rechtsgang. Maar ik durf mijn hand niet in het vuur te steken voor alle dossiers. Wij realiseren ons dat het OM en andere partijen zich zullen afvragen of er aanleiding is om strafzaken uit het verleden te herzien. Wij kunnen dat nu nog niet voorspellen.’
Grote gevolgen
Strafrechtadvocaten maken zich ernstige zorgen over de gemelde misstanden bij het NFI en denken dat er grote gevolgen kunnen zijn voor zowel lopende als reeds afgesloten strafzaken. Jeroen Soeteman, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten, eist dat minister Grapperhaus openheid van zaken geeft over de misstand of lopende strafzaken stillegt.
‘De consequenties van het gebruiken van mogelijk besmette rapporten zijn vergaand,’ stelt Soeteman. ‘Daarom moet worden geïnventariseerd in welke lopende én reeds afgesloten strafzaken die rapporten zijn gebruikt. Misschien zitten er momenteel mensen ten onrechte vast.’
Veel waarde
Strafrechtadvocaat Bart Nooitgedacht sluit zich daarbij aan en voegt toe: ‘In strafprocessen wordt veel waarde toegekend aan rapportages van het NFI. Niet zelden worden deze rapportages gebruikt voor het bewijs.’ Hij benadrukt dat zowel de rechtbank als advocaten vertrouwen op het naleven van de voorgeschreven werkwijzen. ‘Alleen zo kan de betrouwbaarheid van wetenschappelijke resultaten worden gegarandeerd. Als zonder motivatie wordt afgeweken van een werkwijze, is dat een ernstige aantasting van het vertrouwen dat aan het NFI kan worden toegekend.’
Advocaat Willem Jan Ausma zegt dat de mening van de NFI-deskundige in de rechtbank het verschil kan maken tussen 20 jaar en vrijspraak. ‘Met name in zaken waar de doodsoorzaak ongewis is, gaan rechters mee in de bevindingen van het NFI. Hun onderzoeksmethoden zijn zo ingewikkeld en specialistisch dat rechters, officieren en advocaten blind op de conclusie moeten kunnen vertrouwen. Het tegendeel aantonen is veelal ondoenlijk.’