De advocaat stond in 2005 een cliënt bij in een letselschadezaak tegen een arts. In oktober 2005 verjaarde het vorderingsrecht, maar de advocaat verrichte geen stuitingshandeling. Verder reageerde hij niet op mails en telefoontjes van zijn cliënt.

Door het nalaten van de advocaat ontnam hij zijn cliënt de mogelijkheid om haar vordering geldend te maken. Het hof acht, net als de raad, een onvoorwaardelijke schorsing van twee weken passend. Ook neemt het hof mee dat de advocaat een tuchtrechtelijk verleden heeft. Al vier keer eerder behartigde hij de belangen van cliënten onvoldoende.

Advertentie