De Rotterdamse eenmanspraktijk werd op 17 juli jongstleden failliet verklaard. Al eerder, eind 2017, liet de Raad voor Rechtsbijstand aan de plaatselijke deken weten dat de Belastingdienst beslag had gelegd op de tegoeden van de advocaat. De advocaat had een betalingsachterstand van ruim 15.000 euro, de achterstand van zijn holdingvennootschap bedroeg bijna 37.000 euro.

Volgens de advocaat zijn slecht personeel en slechte boekhouders de oorzaak van de problematische financiële status. Er stonden fouten in aangiftes en het personeel betaalde zich niet terug.

Geen prioriteiten

De deken stelt dat de advocaat geen prioriteiten wist te stellen. Ook hield hij, hoewel dat wel was afgesproken, de deken nauwelijks tot niet op de hoogte van ontwikkelingen. Daarnaast bleek dat de advocaat in de tussentijd een nieuw kantoor had opgericht, maar voor de deken was niet duidelijk waar deze was gevestigd. Ook was niet duidelijk of de advocaat deze had opgericht om zo zijn activiteiten uit te kunnen blijven oefenen.

Daarnaast spelen privéproblemen de advocaat parten. Afgelopen voorjaar kreeg hij te maken met een echtscheiding, waardoor hij niet op een zitting verscheen.

Onmiddellijke schorsing

Deze kwesties zijn voor de raad voldoende om de advocaat onmiddellijk en voor onbepaalde tijd te schorsen. Volgens de raad kan de advocaat door de privéomstandigheden ‘zijn praktijk op dit moment niet de aandacht geven die deze verdient’. Ook de financiële situatie van zijn kantoor staat een goede praktijkuitoefening in de weg.

CU1

Sylvia Kuijsten

Redacteur (tot 01-01-2019)

Profile page
Advertentie