De rechtszaak ging over de waardevermindering van woningen door de bevingen. De raad van discipline Arnhem-Leeuwarden berispte begin januari van dit jaar vier advocaten van het kantoor voor het maken van een verboden prijsafspraak. Twee van hen waren bestuurders van De Haan, de andere twee procedeerden namens de Stichting Waardevermindering door Aardbevingen Groningen (Stichting WAG).
Groningers die meenden schade te hebben opgelopen door aardbevingen konden vanaf 2013 tegen betaling van honderd euro deelnemen in die stichting. De deelnemers tekenden in het contract met het advocatenkantoor voor een succesfee: bij een gunstig resultaat zou De Haan vijf tot tien procent van de schadevergoeding ontvangen.
Volgens de plaatselijke deken was die afspraak in strijd met de onafhankelijkheid en integriteit van het kantoor. De advocaten betoogden dat de financiële constructie wél toelaatbaar was, onder meer omdat het om een aanvulling op een kostendekkend basistarief zou gaan.
Eigenbelang
Zowel de raad als nu ook het hof zijn het echter eens met de deken. Het hof stelt in een persbericht dat de advocaten ‘het eigen belang van het advocatenkantoor voorop hebben gesteld.’
Verder stelt het hof dat de cliënten in een vrijwel onmachtige afhankelijkheidspositie ten opzichte van het advocatenkantoor stonden. De claimstichting kon namelijk bij gekwalificeerde meerderheid tegen de wil van de cliënt besluiten nemen en bijvoorbeeld een schikkingsvoorstel aanvaarden. Daarnaast lagen de onder- en bovengrens van de declaratieafspraak te ver uit elkaar. ‘Tussen de ondergrens en de bovengrens moet een redelijke verhouding bestaan om te voorkomen dat een advocaat er een eigen belang bij heeft hoe de zaak tussen zijn cliënt en de wederpartij wordt opgelost,’ zegt het hof. ‘Die redelijke verhouding ontbrak in dit geval.’
'Nog veel onduidelijkheid'
De directeur van het kantoor, Hans Silvius, geeft aan teleurgesteld te zijn in de uitspraak. ‘Er blijkt nog steeds veel onduidelijkheid te bestaan over wat er wel of niet mag in dit soort zaken,’ zegt hij in een persbericht. ‘Met dit in het achterhoofd gaan we de komende dagen de beslissing van het Hof van Discipline grondig bestuderen. We vertegenwoordigen in de procedure tegen de NAM zo’n tienduizend mensen die de waardedaling van hun woning gecompenseerd willen hebben. Hun belang heeft altijd voorop gestaan en zal altijd voorop staan.’