Van dik hout zaagt men planken. Dat is de aanpak van Loe Sprengers. ‘Als een zaak moeilijk ligt, moet je alles uit de kast halen om toch te winnen,’ vertelt zijn kantoorgenoot Pauline Burger. ‘Met volle overtuiging zet hij de zaak uiteen waarbij hij al te graag het woord ‘volstrekt’ gebruikt.’ 

De 59-jarige Sprengers werd geboren in Valkenswaard en is sinds 1984 verbonden aan het Utrechtse kantoor dat toen nog Advokantenkollektief heette. Sinds 2011 draagt de praktijk zijn naam. Dat is volgens Burger niet voor niets. Vanaf de start van zijn carrière heeft Sprengers zich gespecialiseerd in het arbeidsrecht en medezeggenschapsrecht. Tien jaar lang bekleedde hij aan de Universiteit Leiden de leerstoel op het terrein van collectief arbeidsrecht. Sprengers doel is om ondernemingsraden in ondernemingen meer positie te geven en de invloed van ondernemingsraden en het werknemersbelang te vergroten. ‘Dat doel probeert hij op een zeer passievolle manier te bereiken,’ vertelt Burger.  

‘Inventief, strategisch en vasthoudend.’

Inventief, strategisch en vasthoudend zijn woorden die volgens Burger het beste bij haar collega passen. ‘We hebben binnen kantoor allemaal wel eens te maken met zaken die het verdienen te worden gewonnen, maar waarbij het juridisch moeilijk ligt. Dan is Sprengers creatief in het vinden van argumentatie om het toch te laten lukken.’ Volgens Burger houdt Sprengers van het stoeien met vage begrippen en slaagt hij erin te beargumenteren waarom de wetgever iets toch anders heeft bedoeld dan wellicht gedacht. Ze noemt hem de instigator van de toerekeningsleer, ontstaan in de Heuga-zaak die begin 1994 bij de Hoge Raad tot een climax kwam. De leer houdt in dat binnen een concern ook andere vennootschappen op hun besluitvormingen kunnen worden aangesproken door ondernemingsraden. ‘Loe, bescheiden als hij is, ziet dit als een mazzeltje omdat hij op de avond voor indiening van het beroep iets moest bedenken om een besluit van een concernvennootschap in de procedure te betrekken. Maar het was zijn vasthoudendheid en inventiviteit om iets te bedenken dat misschien helemaal niet kon.’ Ook in de langdurige PCM-zaak heeft Sprengers naamsbekendheid verworven door voor elkaar te krijgen dat het oordeel wanbeleid werd geveld. 

Op zijn kantoorwebsite beschrijft Sprengers aan welke criteria een advocaat moet voldoen.  Hij moet zijn vakgebied als beste kennen, zich sterk te maken voor zijn cliënt, maar het ook eerlijk zeggen als de kans op succes gering is. Daarnaast moet hij creatief op zoek gaan naar een goede oplossing en oog hebben voor menselijke verhoudingen. Het is de leidraad voor zijn eigen werk als advocaat. Een leidraad die hij volgens zijn kantoorgenoot bevlogen volgt. 

Wapenfeiten
Sprengers studeerde rechten aan de Universiteit Utrecht en promoveerde in 1988 in Amsterdam. Van 2002 tot 2012 bekleedde hij de Albeda-leerstoel aan de Universiteit Leiden. Momenteel is hij verbonden aan de sectie arbeidsrecht aan de Erasmus School of Law in Rotterdam. Daarnaast is hij voorzitter van verschillende geschillencommissies, zoals de Commissie van Beroep Funderend Onderwijs en de klachtencommissie CAO van de NS. 

FRANCISCA MEBIUS, Advocatenblad

Francisca Huijting-Mebius

Redacteur

Profile page
Advertentie