Voordat er sociale media bestond, was dit de stand van zaken als het ging om uitlatingen ten nadele van de advocaat. Tegenwoordig, zoals u vast niet is ontgaan door de diverse berichtgeving omtrent de verdachte Jos Brecht, wordt de advocaat voor veel kwalijkere dingen uitgemaakt, zeker nu het zo makkelijk is om je mening aan de wereld openbaar te maken. Mede gezien dit feit pleit ik ervoor om de mentale (na)zorg van de advocaat binnen de advocatuur te verbeteren.
Ik durf te stellen dat uit alle inzendingen er niet meer zullen zijn over het mentale welzijn van de advocaat. Dit laat des te meer zien hoe dit probleem wordt ondergewaardeerd en waarom dit probleem drastisch dient te worden aangepakt.
Advocaten worden altijd afgebeeld als vlotte jongens met dikke wagens en een flinke duit op zak. U zult dit vast gezien hebben in programma’s zoals Suits of Law and Order etc. Wat men niet ziet, is dat advocaten te maken krijgen met zeer ingrijpende zaken waarbij tegenwoordig geen enkel detail wordt gespaard. Een aantal jaar geleden was het bewijzen van bijvoorbeeld een kinderporno zaak erg lastig en waren er veel minder visuele bewijsmogelijkheden. Tegenwoordig, met de opkomst van het internet, zijn deze visuele bewijsmogelijkheden aanzienlijk makkelijker te vinden en zal de advocaat van deze bewijzen kennis moeten nemen om zo tot een ijzersterk betoog te komen.
Dit alles brengt natuurlijk mee dat een advocaat (mentaal) erg sterk in zijn schoenen moet staan. Van de advocaat wordt verwacht werk en privé gescheiden te houden en objectief naar bewijzen en informatie te kijken. Nadat een zaak is afgerond, hebben de slachtoffer(s) en/of nabestaande(n) mentale nazorg, maar deze is lastig te vinden of niet aanwezig voor de advocaat. Het wordt soms zelfs als een zwakte gezien indien de advocaat mentale problemen ervaart door of na het doen van een zaak.
Als u kijkt naar opsporingsambtenaren, ambulance personeel enzovoort, ziet u dat er voor hen mentale ondersteuning aangeboden wordt om hetgeen waar ze tegen aanlopen tijdens hun werk aan te pakken. Ik heb zelf voorbeelden gezien waarbij opsporingsambtenaren geen gebruik hebben gemaakt van deze nazorg, omdat ze “stoer” waren. Dit zijn dezelfde personen die nu ’s nachts wakker worden door de trauma’s die zich door de jaren heen hebben gemanifesteerd.
Ik ben daarom van mening dat er binnen de prestigieuze advocatenkantoren die Nederland rijk is, meer aandacht besteed moet worden aan de mentale (na)zorg en ondersteuning voor advocaten. Er is geen opleiding die mensen kan klaarstomen voor hetgeen zij te zien kunnen krijgen tijdens hun carrière.
Om mee te denken aan een oplossing zou er een landelijk punt opgericht kunnen worden waar advocaten zich kunnen melden indien zij klachten ervaren door de zaken die zij doen of hebben afgerond. Dit zou dan ook volledig anoniem moeten kunnen op verzoek van de advocaat.
Want hoe dik de wagens van de advocaten ook zijn, hoe flink de duit in de zakken ook is aan het eind van de dag en hoe mooi de pakken ook zijn die zij dragen, aan het einde van de dag is de advocaat ook gewoon een mens.
Geschreven door Rens Louwerse in het kader van de studenten essaywedstrijd voor het Eeuwcongres van het Advocatenblad. De drie winnende essays zijn gepubliceerd op advoctenblad.nl. De winnaars ontvingen daarnaast twee vrijkaarten voor het congres op 25 september.