Dat schrijft de minister maandag aan de Tweede Kamer. Met de maatregelen wil hij de problematiek rondom tbs-weigeraars aanpakken. Momenteel kunnen weigeraars oplegging van een tbs-maatregel voorkomen door bewust niet mee te werken aan onderzoeken.

Van de 1.747 verdachten die tussen 2002 en 2017 in het Pieter Baan Centrum (PBC) werden onderzocht, weigerde gemiddeld bijna veertig procent volledig en twaalf procent gedeeltelijk om mee te werken. Het aandeel volledige weigeraars nam daarbij toe van 23 procent in 2002 naar 43 procent (101 verdachten) in 2017, blijkt uit onderzoek van het WODC.

‘Het mag niet zo zijn dat iemand met een ernstige stoornis zijn behandeling ontloopt door niet mee te werken,’ schrijft Dekker in de brief. ‘Tbs moet vaker worden opgelegd waar dat in het belang is van de veroordeelde en de samenleving als geheel.’

Om dat te bewerkstelligen, komt Dekker met een wetsvoorstel waarin de eisen voor het opleggen van de tbs-maatregel duidelijker staan omschreven. Daarnaast wil hij investeren in de kennis en expertise over de tbs-wetgeving.

Veranderingen

Dekker pleit voor de verduidelijking van het huidige artikel 37a lid 1 Wetboek van Strafrecht. Daaruit blijkt volgens de minister nog niet duidelijk genoeg dat een rechter ook tbs kan opleggen zonder dat een gedragsdeskundige een stoornis heeft vastgesteld.

Daarnaast wil hij aanpassingen op verschillende onderdelen van de rechtspositie van tbs-gestelden. Deze zien onder andere op de gefaseerde uitstroom en (begeleid) verlof van tbs’ers.  ‘Ik verwacht dat deze aanpassingen zullen leiden tot een daling van het aantal weigerende observandi, omdat advocaten hun cliënten positiever kunnen adviseren over de tbs-maatregel,’ schrijft Dekker.

In het wetsvoorstel is er ook meer aandacht voor de zorg van gedetineerden gedurende en na de detentie. Daarmee wil Dekker voorkomen dat gedetineerden onbehandeld terugkeren in de samenleving als ze weigeren mee te werken aan een tbs-behandeling. Hetzelfde geldt voor de voorwaardelijke invrijheidstelling. Ook dan wil Dekker de mogelijkheid om een behandeling te starten, voort te zetten of af te maken.

Andere partijen

Uit onderzoeken blijkt dat rechters en officieren van justitie niet altijd op de hoogte zijn van de regelgeving rondom tbs. Dit komt omdat zij doorgaans slechts enkele keren per jaar te maken krijgen met een weigerende verdachte. ‘Daardoor is het lastig om ervaring op te doen met deze problematiek,’ schrijft Dekker. Ook de Rechtspraak en het Openbaar Ministerie nemen daarom maatregelen. Zo is er voor strafrechters een speciale e-learning-module over de tbs-maatregel ontwikkeld en zet het Openbaar Ministerie in op meer kennis over het vorderen van de tbs-maatregel binnen de huidige wetgeving.

Verder vraagt het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) aan de pro Justitia (pJ)-rapporteurs om hun rapporten te voorzien van meer resultaten over dossier- en milieuonderzoek rond verdachten. Een beter beeld van de kans op recidive helpt de rechter en officier van justitie volgens Dekker om te beoordelen of er sprake is van een gevaar voor de samenleving.

CU1

Sylvia Kuijsten

Redacteur (tot 01-01-2019)

Profile page
Advertentie