Een beroepschrift over een strafontslag te laat ingediend bij de Centrale Raad van Beroep, het griffierecht niet betaald… mr. X durfde die fouten niet op te biechten aan zijn cliënt, tevens een vriend van hem. Maar ja, zoiets komt natuurlijk uit. Of was het waar dat mr. X de cliënt weliswaar niet schriftelijk, maar wel mondeling ‘op enig moment’ op de hoogte had gesteld?

In elk geval was de cliënt definitief zijn baan bij de gemeente kwijt. En vriend of niet, hij diende een klacht over mr. X in bij de tuchtrechter in Den Bosch. Daarin stond ook dat mr. X tegen hem net had gedaan of er nog een zitting in de zaak was geweest.

Bij de mondelinge behandeling van de tuchtzaak meldden mr. X en zijn cliënt dat ze een regeling hadden getroffen. De cliënt trok de klacht in. Maar helaas voor mr. X: de raad van discipline zette de behandeling voort, ‘om redenen van algemeen belang’. Wat die redenen waren, dat staat er jammer genoeg niet bij. Best apart, want zo vaak komt zo’n voortzetting niet voor. Zou het gescheeld hebben als de partijen de mededeling eerder hadden gedaan, in plaats van het op een zitting te laten aankomen?

Mr. X kreeg een waarschuwing omdat hij de termijn had laten verstrijken, het griffierecht niet had betaald en hij niet meteen met zijn cliënt had overlegd over de verdere aanpak.

Dat hij zijn cliënt mondeling over zijn omissie had geïnformeerd bleek nergens uit – en dan heb je er als advocaat niks aan: vastleggen, vastleggen, vastleggen.

Andersom had de cliënt weer niks aan zijn stelling dat mr. X hem op de mouw had gespeld dat er een zitting in de ontslagzaak was geweest. De verklaringen over die klacht liepen uiteen en de raad kon niet vaststellen welke lezing het meest waarschijnlijk was. In zo’n geval kan de de tuchtrechter de klacht niet gegrond verklaren.

Hoger beroep staat nog open.

Trudeke

Trudeke Sillevis Smitt

Freelance redacteur

Profile page
Advertentie