De commissie had de opdracht om de deugdelijkheid van drie onderzoeken te beoordelen naar aanleiding van twijfels over de kwaliteit en totstandkoming van de rapporten. Het ging daarbij om Het Besloten club- en het Ingezetenencriterium voor coffeeshops uit 2013, Coffeeshops, toeristen en lokale markt uit 2014 en het rapport Internationaal recht en cannabis uit 2014.
De twijfels kwamen vorig jaar bovendrijven na een uitgelekte klacht uit 2014 door klokkenluider Marianne van Oyen over het functioneren van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC). Op de achtergrond zou er een te sturende invloed van beleidsambtenaren zijn op de rapporten van het WODC. Dat veroorzaakte veel commotie. ‘Die rapporten laten niet zien dat op de achtergrond zo’n druk wordt uitgevoerd,’ zei Van Oyren in januari 2018 in een uitzending van Nieuwsuur.
De Commissie WODC I onderzocht in totaal zestien voorvallen waarbij twijfels waren over invloed van het ministerie. Bij de drie genoemde onderzoeken bleken die twijfels terecht. ‘Het betrof incidenten die plaatsvonden onder hoge druk in een politiek gevoelig dossier,’ zegt de commissie. Ook doet ze verschillende aanbevelingen om de onafhankelijkheid van het WODC beter te waarborgen. Zo moet transparanter worden wat opdrachtgevers van het WODC verwachten en moet het ministerie geen direct overleg voeren met de onderzoekers.
Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid. In een reactie aan de Tweede Kamer geeft hij aan het van belang te vinden dat volgens de Commissie de drie WODC-drugsrapporten getuigen van ‘eerlijk, zorgvuldig en betrouwbaar onderzoek’.
De aanbevelingen van Commissie WODC I worden meegenomen door Commissie WODC II, die de relatie tussen beleidsafdelingen en onderzoek nog verder zal onderzoeken. In juni van dit jaar presenteerde Commissie WODC III al haar resultaten. Deze zagen op de afhandeling van de klacht van Van Oyen.