Triage
In zijn brief aan de Tweede Kamer vergelijkt Dekker de triage met de huisarts. ‘Zoals een huisarts beoordeelt of een doorverwijzing naar een specialist nodig is, komt er ook in het nieuwe stelsel voor rechtsbijstand een gedegen beoordelingsmoment wanneer een rechtzoekende zich meldt met een juridisch probleem.’
De triage moet snel duidelijkheid bieden over welke zaken wel en welke niet in aanmerking komen voor gesubsidieerde rechtsbijstand. Volgens Dekker zorgt dat voor een betere afweging of rechtsbijstand echt noodzakelijk is of dat andere (lichtere) vormen van hulp kunnen worden geboden.
De triage wordt uitgevoerd door een onafhankelijke partij die zelf geen belang heeft bij de uitkomst van de zaak of de verwijzing naar een rechtsbijstandverlener. Een verzoek om rechtsbijstand wordt getoetst op nut en noodzaak en de verzoeker wordt op draagkracht getoetst. Tegen een afwijzing blijft bezwaar en beroep mogelijk.
De rechtsbijstand aan rechtzoekenden die op grond van een zogenaamde ambtshalve last (waaronder BOPZ-zaken en veel strafzaken) rechtsbijstand toegewezen krijgen, wordt ook in de toekomst – vanwege die ambtshalve last – niet op nut en noodzaak getoetst.
Rechtshulppakketten
Dekker wil voor veel voorkomende juridische problemen gaan werken met rechtshulppakketten. Uitgangspunt hierbij is dat een rechtshulppakket voorziet in een behandeling van een probleem voor een integrale prijs. Anders dan in de huidige situatie van forfaitaire tarieven per zaakscategorie, kunnen in een rechtshulppakket meerdere interventies standaard worden opgenomen.’Zo worden rechtsbijstandsverleners niet langer beloond voor het procederen, maar voor het zo efficiënt en effectief mogelijk oplossen van het geschil’, schrijft de VVD-minister aan de Tweede Kamer. Rechtzoekenden die binnen de Wrb vallen, kunnen een gesubsidieerd rechtshulppakket krijgen. Deze rechtshulppakketten komen niet alleen beschikbaar voor rechtzoekenden binnen het stelsel, maar mogelijk ook (op de commerciële markt) voor degenen die nu boven de Wrb-grens vallen. ‘Zij moeten de kosten hiervan zelf dragen, maar hebben in het nieuwe systeem wel het voordeel dat vooraf inzichtelijk is welke vorm van hulp aangeboden wordt, tegen welke kwaliteit en tegen welke kosten.’
In de ogen van Dekker zijn de nieuwe rechtshulppakketten een belangrijk element van het nieuwe stelsel. ‘Het gaat om pakketten die voorzien in een integrale behandeling van een probleem voor een integrale prijs. Bij een ontbinding van een arbeidsovereenkomst kan een rechtshulppakket bijvoorbeeld bestaan uit het adviseren van de rechtzoekende over diens mogelijkheden en kansen, het beproeven van mediation, voorstellen voor een minnelijke oplossing uitwerken, daarover overleggen met de wederpartij, en – voor zover noodzakelijk – het opstellen en indienen van processtukken en het woord voeren tijdens de zitting bij de rechter.’
Aanbieders van rechtshulppakketten kunnen coöperaties van sociaal advocaten zijn, maar ook andere juridische adviseurs, verzekeraars, mediators of nieuwe toetreders tot de markt. Nu krijgen alleen advocaten en mediators een vergoeding. In zaken waarin verplichte procesvertegenwoordiging geldt, zal de dienstverlening van een advocaat onderdeel moeten zijn van het rechtshulppakket. Ook voor de zogeheten eenpitters binnen de advocatuur zijn er mogelijkheden binnen het nieuwe stelsel. Zij kunnen bijvoorbeeld in een coöperatie als aanbieder deelnemen of als onderaannemer ingeschakeld worden door een aanbieder van rechtshulppakketten.
Dekker verwacht de rechtshulppakketten ‘op grote schaal’ in te kunnen gaan kopen. Hierdoor is de aanbieder verzekerd van een groot aantal zaken waarvoor rechtsbijstand geleverd kan worden.