Volgens Bakker leeft er een ‘grote innovatieambitie’ binnen de eigen organisatie en wordt er gewerkt aan ‘veel en uiteenlopende pilots en experimenten’. Concreet wijst hij op de Rotterdamse regelrechter, de Haagse wijkrechter, het schuldenloket in Limburg, het project T-schulden in Tilburg, het Bruggesprek in Overijssel en het Community Court in Eindhoven. Als alle plannen doorgaan heeft de meerderheid van de rechtbanken volgend jaar een buurtrechter in huis of een soortgelijke voorziening, aldus de voorzitter.
In de brief aan de minister belooft hij ‘gedegen onderzoek’ uit te zullen voeren naar alle pilots. Op basis van de evaluaties verwacht de Rechtspraak in 2020 in staat te zijn een programma van eisen te formuleren voor één landelijke voorziening die laagdrempelige toegang tot de rechter moet waarborgen.
Experimentenwet
Bakker neemt alvast een voorschot op aanpassing van de Experimentenwet. Voor initiatieven binnen het civiele recht biedt art. 96 Rv de basis voor experimenten. Daarin wordt bepaald dat partijen op basis van vrijwilligheid deelnemen. Bij de Spreekuurrechter in Noord-Nederland is echter gebleken dat veel mensen bedankten voor het experiment, constateert Bakker.
‘Daarmee blijft het vrijwillig karakter van art. 96 een struikelblok voor meer grootschalige toepassing van vernieuwende werkwijzen’, schrijft hij. ‘Mogelijk kan de Experimentenwet in de toekomst voorzien in een oplossing voor dit probleem.’