Gaandeweg het gesprek blijkt dat ze al vanaf dag een meegaat met de gebruiken en processen op haar nieuwe kantoor. Ze benoemt geen van de vele verbetermogelijkheden, die ze ziet. In plaats daarvan geeft ze het goede voorbeeld, in de hoop dat anderen oppikken hoe zij dingen regelt. Want als nieuweling moet je je aanpassen en vooral je werk goed doen, vindt ze.
Maar ze houdt het zwijgen niet vol: als het weer eens bijna mis gaat omdat niemand haar voorbeeld is gevolgd en het slecht is georganiseerd, ontploft ze in woede. Haar collega’s zijn zo verrast dat ze niet eens meer iets terug zeggen. Leyla echter schaamt zich enorm voor haar uitbarsting. Uit angst voor weer een ontploffing en om het weer ‘goed te maken’ wordt ze weer haar terughoudende, vriendelijke en aardige zelf. Het duurt echter niet lang, en de bom barst weer. Ze besluit om hulp te zoeken, want dit is zowel op het werk als privé vaker gebeurd.
Leyla, zo blijkt, beweegt continue tussen twee polen: Of ze slikt haar meningen in, is het aardige meisje dat volgt, of ze ontploft en dwingt anderen haar mening op. Geen van beiden zijn handig. Het is te veel of te weinig.
Tijdens onze gesprekken ontdekt Leyla de samenhang tussen haar terughoudendheid en haar boosheid: de woede is een direct gevolg van haar poging om lief en aardig te zijn. Leyla onderdrukt een van haar talenten uit angst dat ze te heftig of te sturend is. Maar omdat zij inderdaad het overzicht heeft en ziet hoe dingen beter kunnen, irriteert de gang van zaken haar op een gegeven moment dermate dat ze in woede uitbarst en verwijten gaat maken. Vervolgens wordt ze weer poeslief. Ze is gevangen in een vicieuze cirkel van onderdrukken en ontploffen. Met andere woorden: zij probeert iemand te zijn die zij niet is en dat werkt niet.
Na deze ontdekking besluit zij om ondanks haar angst haar ideeën te uiten. Ze legt haar collega’s rustig uit wat ze vindt en waarom. Tot haar verrassing reageren deze goed en zelfs dankbaar. Haar ideeën, zo ondervindt ze, hebben toegevoegde waarde, want zij kan iets dat haar collega’s niet kunnen: ze heeft het overzicht, geeft richting en ze kan mensen overtuigen. Haar kracht is gewenst.
Sinds zij haar mening en inzichten eerder deelt is zij evenwichtiger geworden. Inmiddels is niet alleen haar kantoor beter georganiseerd, maar is zij een sterke leidinggevende en zijn haar ontploffingen verleden tijd.