‘Life is what happens to you while you’re busy making other plans,’ zong John Lennon ooit. De zin gaat ook op voor Gert Jan Schenau (50). Hij huurde tuinman Kramer in, journalist Fred Kramer hielp zijn broer. Gert Jan en Fred raakten aan de praat en zo ging het balletje rollen. Een jaar later ligt er hun gezamenlijke boek: Human Profiling, De onthulling van de intentie.
Schenau bedacht het concept, Kramer (56) schreef het grootste deel van de tekst. Human Profiling, kort samengevat, biedt instrumenten aan om een verhaal van iemand zo volledig en betrouwbaar mogelijk boven water te krijgen. De onderzoeker krijgt technieken aangereikt om gelaatsuitdrukkingen, houding en gedrag te duiden. De maker van het concept geeft direct aan dat niet iedereen overtuigd is van de waarde van expressie. ‘Je gelooft erin of je gelooft er niet in,’ zegt hij. ‘De vergelijking met de onmogelijkheid van een beetje zwanger zijn, is hier bijna spreekwoordelijk.’
Lichaamstaal
Schenau ontwikkelde zijn ideeën als directeur Human Resources van de Duitse multinational Krohne. Omdat het bedrijf is vertegenwoordigd in 52 landen, reisde hij veel. ‘Op een van die reizen realiseerde ik me dat lichaamstaal, en alles wat daarmee te maken heeft, een enorm belangrijke rol speelt in de communicatie. Dat sluit aan bij de wetenschap dat we allemaal op een bepaalde manier geprogrammeerd zijn bij het uiten van emoties. Waar je op deze aarde ook geboren bent, de spiertrekkingen in het gelaat die horen bij bepaalde emoties, komen overeen.’
Schenau zette zijn formule wereldwijd in op vestigingen van Krohne. ‘Ik vond dat mijn recruiters anders naar kandidaten moesten kijken, dat ze andere vragen moesten stellen. Niet zozeer om erachter te komen of een kandidaat de waarheid sprak, maar om meer informatie te genereren, een profiel te maken en op basis daarvan een betere inschatting te krijgen van iemands intenties.’
Een collega, HR-directeur van een ziekenhuis, raadde hem aan meer te doen met de formule. In 2014 zegde Schenau zijn baan op om zich helemaal toe te leggen op zijn bedrijf ICU. Bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom deponeerde hij vervolgens de term Human Profiling.
Interviews
Medeauteur Fred Kramer raakte naar eigen zeggen geïntrigeerd door de gesprekstechnieken van Human Profiling. ‘Als journalist heb ik honderden mensen geïnterviewd, zo niet duizenden. Ik zou wel willen weten hoe de interviews waren gegaan als ik toen de beschikking had gehad over de kennis en vaardigheden van Human Profiling. Ik denk dat ik dan heel andere verhalen had geschreven.’
Voor de onderbouwing van zijn gedachtegoed, maakt Schenau (zie portret) gebruik van verschillende wetenschappelijke inzichten. Zo verwijst hij naar de Amerikaanse klinisch psycholoog Paul Ekman, die zich vanaf 1967 wijdde aan het in kaart brengen van micro en macro expressies. Ekman constateerde dat Papoea’s dezelfde betekenis geven aan verschillende gelaatsuitdrukkingen als westerlingen of Chinezen. Ook maakte Ekman de Facial Action Coding System (FACS), een soort landkaart van micro expressies. Hij toonde aan dat er oncontroleerbare spieren in het gezicht zijn die onvrijwillig emoties uiten.
Studenten en professionals uit tal van beroepsgroepen, onder wie rechters bij de Rechtbank Midden-Nederland, hebben inmiddels kennisgemaakt met Human Profiling. Ook 56 advocaten volgden een training. Human Profiling leert de interviewer goed na te denken over de vragen en de timing ervan en vervolgens te kijken naar de gezichtsuitdrukking en houding van de geïnterviewde. ‘Met een vraag creëer je emotie. Die is te lezen,’ zegt Schenau, die wil dat zijn studenten ‘technisch’ luisteren. ‘Als de geïnterviewde bijvoorbeeld overschakelt van ik naar je is duidelijk dat hij het onderwerp buiten zichzelf plaatst. Eigenlijk gaat het erom dat de interviewer niet puur vragen stelt aan de hand van de antwoorden, maar vervolgvragen stelt op basis van wat hij hoort én ziet. Dat creëert een totaal andere mindset. Als iemand ja zegt en nee knikt, is dat een inconsistentie. Dat is aanleiding om door te vragen.’
Drummen
De cursus beslaat achttien uur, maar het echte werk begint pas daarna, stelt Schenau. ‘Je moet er actief mee oefenen, anders leer je het niet.’ Kramer: ‘Door gefaseerd te trainen met de technieken wordt het na driekwart jaar, net zoals bij autorijden of drummen, een tweede natuur.’
Schenau heeft grote ambities met Human Profiling. Zo probeert hij zijn training geaccrediteerd te krijgen bij de Nederlandse orde van advocaten. Vervolgens zou het een vak moeten worden tijdens de Beroepsopleiding Advocatuur. ‘Human Profiling stelt advocaten in staat meer informatie te genereren. Dat komt uiteindelijk de kwaliteit van de informatievoorziening, zowel voor de rechter als de cliënt, ten goede.’