geheugen

‘Als je een leugen vertelt, en die over langere tijd vaak herhaalt, kun je er soms zelf in geloven.’ Henry Otgaar is onderzoeksprofessor rechtspsychologie in Leuven en universitair hoofddocent forensische psychologie in Maastricht, en een van de sprekers op het rechtspsychologisch congres. Het congres is op 27 november in Utrecht en staat dit jaar in het teken van het geheugenonderzoek van de pioniers Willem Wagenaar en Hans Crombag. Geheugenonderzoek is actueel: ‘We zien de laatste jaren een opleving van geheugenmythes,’ aldus Otgaar. ‘Het lijkt erop dat er een toename is van rechtszaken waarbij verdrongen herinneringen pas in therapie naar boven zijn gekomen. Die herinneringen zouden tot dan toe in een soort afgesloten compartiment van het brein zijn gestopt – maar er is helemaal geen wetenschappelijk bewijs voor het bestaan van zo’n compartiment. Als je in die geheugenmythe gelooft, ook als hulpverlener, ga je misschien wel herinneringen zóéken tijdens therapeutische sessies.’

Ook volgens Marko Jelicic, hoog­leraar neuropsychologie en recht in Maastricht, kun je je dingen gaan herinneren die helemaal niet hebben plaatsgevonden, de zogenoemde pseudoherinneringen. ‘Als je seks met iemand hebt gehad, het was niet fantastisch en later ga je die ander een afschuwelijk persoon vinden, dan kun je gaan denken: die seks moet wel zonder mijn toestemming hebben plaatsgevonden. Je kunt gaan reconstrueren zonder dat je je ­daarvan bewust bent.’

Hoe een rechtszaak verloopt, kan compleet afhankelijk zijn van het geheugen van de betrokkenen, en wat zij daaruit kunnen en willen opdiepen. Weten advocaten genoeg over de registratie, opslag en reproductie van ervaringen – en van de chaos die daarbij kan ontstaan?

‘Wat advocaten moeten weten,’ zegt Marko Jelicic, ‘is dat het geheugen niet werkt als een computer. Je slaat niet alles op. Vergeten is de regel, herinneren is de uitzondering. Wat je onthoudt, is geen exacte kopie van wat er heeft plaatsgevonden. Er zijn altijd verdraaiingen. Hoe vaker je iets opdiept, hoe meer kans dat je dingetjes gaat veranderen.’

geheugen2

Vergeten is regel

Maar hoe moet je er dán achter komen of er echt sprake is geweest van misbruik? Volgens Jelicic moet je op zoek gaan naar ander bewijs: heeft iemand er de dag erna met een goede vriend of vriendin over gesproken? Staat er iets over in iemands dagboek? ‘En probeer in kaart te brengen hoe de herinneringen zijn opgehaald. Vervorming kan ook plaatsvinden door gesprekken. Of door de politie, als die suggestieve vragen stelt.’

Hoe je een verhoor moet afnemen, daar weet Adri van Amelsvoort alles van. Hij is oud-hoofdinspecteur-rechercheur, freelancedocent en samen met recherchepsycholoog Imke Rispens auteur van de Handleiding Verhoor. ‘Vraag mensen die een aanrijding hebben gezien hoe hard de auto’s tegen elkaar “knalden” in plaats van elkaar “raakten” en het antwoord gaat met dertig kilometer omhoog. De enige manier om een zo zuiver mogelijk antwoord te krijgen, is door open vragen te stellen, waarin geen informatie ligt opgesloten. Zo voorkom je ook dat je per ongeluk daderkennis weggeeft. En maar één vraag tegelijk, anders krijg je alleen antwoord op de laatste vraag of op de makkelijkste.’

Trauma’s

Niet elke herinnering kan op commando worden opgeroepen, zegt klinisch psycholoog Zoe Given-Wilson. Ze is verbonden aan het Britse Centre for the Study of Emotion & Law, een charitatieve organisatie die wetenschappelijke expertise inzet om slachtoffers van mensenrechtenschendingen in hun rechtspositie te ondersteunen. Volgens Given-Wilson worden traumatische herinneringen anders opgeslagen dan ‘gewone’ ervaringen.

‘Het gewone geheugen kun je een ­beetje vergelijken met een archiefkast met daarin papieren van al je ervaringen. Je hebt bijvoorbeeld toegang tot de herinneringen aan vakanties uit je kindertijd. Maar traumatische ervaringen worden niet netjes gearchiveerd, het zijn vaak meer zintuiglijke herinneringen – gevoelens, beelden en geuren, waar je niet altijd een tijd of woorden aan kunt verbinden. Ze kunnen zich aan je opdringen als flashbacks, maar zijn niet altijd op aanvraag toegankelijk. Daardoor kan iemand in de rechtszaal de indruk wekken dat hij iets verzint.’

Verder bepalen schaamte en machtsverschillen ook hoe iemand zijn verhaal vertelt en hoe zeker die persoon is van bepaalde herinneringen. ‘Als iemand met autoriteit jou vraagt of iets écht zo gegaan is, kun je denken dat je het verkeerde antwoord hebt gegeven. In asielzaken, waarin de geloofwaardigheid van het vluchtverhaal cruciaal is, zouden asielzoekers het voordeel van de twijfel moeten krijgen.’

geheugen3

Given-Wilson heeft zich gespecialiseerd in kinderen en adolescenten. Werkt het bij hen anders? ‘Het geheugen van kinderen is niet minder accuraat dan dat van volwassenen. Maar chronologische en causale ordening ontwikkelt zich pas in de adolescentie. En meer nog dan volwassenen zijn kinderen gevoelig voor beïnvloeding door de vraagstelling. Ze hebben meer aanmoediging en open vragen nodig om hun verhaal te vertellen.’ Een voordeel: kinderen hebben nog niet zoveel meegemaakt, dus hebben ze minder de neiging lacunes te vullen op basis van ervaring.

Collaborative storytelling

In strafzaken is de bewijslast voor het OM zwaar. Strafadvocaat Rob Wortelboer (Cleerdin & Hamer Advocaten) doet veel zedenzaken met ontkennende verdachten. ‘In oude zedenzaken hebben wij indertijd een aantal keren rechtspsycholoog professor Wagenaar ingeschakeld. Daarvan heb ik geleerd erop te letten of en hoe de aangever in het verleden heeft gesproken over de gebeurtenissen. Uit het oogpunt van verwerking kan het volkomen begrijpelijk en goed zijn om erover te praten, maar voor de waarheidsvinding is het een probleem, omdat de herinnering door de gesprekken kan worden vervuild. Collaborative storytelling noem je dat.’

De zogeheten hervonden herinnering is ook reden tot argwaan, zegt Wortelboer. ‘Niet dat zo’n herinnering per definitie niet klopt, maar je moet er uiterst voorzichtig mee zijn. In bepaalde gevallen moet of mag het OM advies vragen aan de Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken (zie kader). Soms suggereer ik ze om dat te doen. Maar strafrecht is niet altijd de oplossing, het is geen herstelrecht. Misschien moet er meer worden ingezet op alternatieve oplossingen zoals mediation. Als je op voorhand weet dat je geen straf krijgt, dat het gaat om compensatie, kun je de bewijslast in die zaken van lang geleden misschien versoepelen. Maar zekere waarborgen moeten er natuurlijk wel zijn. Ik vind het lastig; ik ben opgevoed in de strafrechtelijke traditie.’

Rechters

Volgens advocaat Liesbeth Zegveld (Prakken d’Oliveira) zijn rechters in Nederland niet het beste in het afnemen van verhoren. ‘Terwijl we er erg afhankelijk van zijn, want de rechter bouwt meestal het verhoor op, en daarna mogen wij nog wat vragen. Laatst vroeg een rechter na een heleboel neutrale vragen “en dan hebben we nog een stuk ontvangen waarin eisers beweren dat u gezegd zou hebben…” Zo’n onderwerp is dan volledig verkracht, je kunt er niets meer mee. Dat is best erg.’

Rechters zouden ook meer expertise moeten inroepen om verklaringen te kunnen duiden, vindt Zegveld. ‘In de Rawagede-zaak getuigden mensen uit Indonesië over executies die zeventig jaar geleden hadden plaatsgevonden. Wij vonden dat de rechtbank een antropoloog moest inhuren om iemand van die leeftijd, uit zo’n land, goed te begrijpen. Maar voor rechters zijn woorden dan kennelijk woorden. Ze laden een grote verantwoordelijkheid op zich door zulke getuigenissen zelf te beoordelen.’

geheugen1

Experts zijn ook in staat om te beoordelen of iemand zich bepaalde dingen écht niet herinnert, of dat hij doet alsof, zegt Marko Jelicic. In het strafrecht zijn nogal wat gevallen van ‘delictsamnesie’. ‘Hoe die test precies werkt, wil ik niet zeggen, dan gaan advocaten hun cliënten erop coachen. Feit is dat mensen zich de delicten die ze plegen in het algemeen goed herinneren, tenzij er drank of drugs in het spel zijn. Een delict gaat meestal gepaard met veel emoties, en stresshormonen zetten je hersenen dan aan om dingen extra goed te onthouden.’

Bètablokker

Ook traumatische gebeurtenissen staan daarom volgens Jelicic in het geheugen gegrift. ‘Die sterke herinnering speelt ook een rol bij de ontwikkeling van een posttraumatisch stresssyndroom. Als je na een traumatische gebeurtenis een bètablokker geeft die zorgt dat je minder geëmotioneerd wordt, heb je later minder klachten. Mensen kunnen ook als overlevingsstrategie kiezen om zo min mogelijk aan een nare gebeurtenis terug te denken. Dat zorgt ervoor dat de herinnering vervaagt.’ Maar dat is dus iets anders dan een andersoortige opslag van de herinnering; daarvoor ziet Jelicic niet veel bewijs. De freudiaanse leer dat je een traumatische herinnering kunt verdringen, wegstoppen, is volgens hem in elk geval verlaten.

Volgens Adri van Amelsvoort vergeet je in de eerste uren na een gebeurtenis het meeste; daarna gaat het gestaag verder. ‘Daarom, maar vooral ook omdat herinneringen kunnen vervormen door informatie van buitenaf, moet je zo snel mogelijk verhoren. Het proces-verbaal van het eerste verhoor is het meest betrouwbare document – mits goed afgenomen, zeg ik erbij. Als de verhoorder de methode “generiek getuigenverhoor” uit de Handleiding Verhoor correct uitvoert, is er van suggestie niet of nauwelijks sprake en is de verklaring goed toetsbaar.’

Advocaten zouden meer moeten weten van waarneming en geheugen dan de gemiddelde verhoorder, vindt Van Amelsvoort. Zij moeten kunnen ontdekken waar ongewenste invloeden schuilen. Zoals in een proces-verbaal waarin de essentiële vraagstelling niet is opgenomen: ‘Dan weet je niet of het verklaarde uit het hoofd van de getuige komt, of uit het hoofd van de ondervrager.’

GEHEUGENDESKUNDIGEN EN -LECTUUR

Geheugendeskundigen in Nederland

Geheugendeskundigen zijn meestal rechtspsycholoog. Recentelijk werd de rechtspsychologie als afzonderlijk domein erkend door het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen (NRGD); tot nu toe zijn er vijf deskundigen opgenomen.

Bij dissociatie, posttraumatisch stresssyndroom en dementie worden in het algemeen klinische en neuropsychologen geraadpleegd.

De Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken (LEBZ) kan door advocaten niet altijd worden geraadpleegd, omdat de groep werkt voor het OM. Buiten die specifieke zedenzaken kunnen de leden ervan wel worden geconsulteerd.

dr. Robert Horselenberg
UD rechtspsychologie, Universiteit Maastricht

prof. dr. Marko Jelicic
bijzonder hoogleraar neuropsychologie en recht, Universiteit Maastricht

prof. dr. Peter van Koppen
hoogleraar rechtspsychologie, Universiteit Maastricht en VU Amsterdam

prof. dr. Harald Merckelbach
hoogleraar rechtspsychologie, Universiteit Maastricht

prof. dr. Henry Otgaar
Onderzoeksprofessor rechts­psychologie, KU Leuven; UHD forensische psychologie, Universiteit Maastricht

prof. dr. Eric Rassin
bijzonder hoogleraar rechtspsychologie, Erasmus Universiteit Rotterdam

dr. Melanie Sauerland
UD rechtspsychologie, Universiteit Maastricht

drs. Jannie van der Sleen
rechtspsycholoog en recherche­psycholoog, eigen advies- en trainingsbureau

dr. Annelies Vredeveldt
UD rechtspsychologie, VU Amsterdam

dr. Ineke Wessel
universitair hoofddocent experimen­tele psychopathologie, RU Groningen

dr. Gezinus Wolters
emeritus universitair hoofddocent cognitieve psychologie, RU Leiden

Geheugenlectuur

De leugenmachine. Over fantasten, patiënten en echte boeven
[Harald Merckelbach; Uitgeverij Contact, 2011]
De slaapwandelaars, dronken verdachten, beroepsoplichters en fantasten in dit boek laten zien hoe mensen zichzelf en elkaar kunnen bedriegen.

Hervonden herinneringen en andere misverstanden
[Hans Crombag en Harald Merckelbach; Uitgeverij Contact, 1996]
Kunnen mensen een traumatisch voorval meemaken, vervolgens vergeten en in therapie weer oproepen? ‘Verdrongen herinneringen’ onder de loep.

Routes van het recht. Over de rechtspsychologie
[Peter van Koppen, Jan de Keijser, Robert Horselenberg en Marko Jelicic (red.); Boom juridisch, 2017]
Handboek van de rechtspsychologie en andere gedragswetenschappelijke juridische hulpdisciplines. Over onder andere herkenning, leugendetectie en verhoren van kinderen en volwassenen, denkfouten bij bewijsbeslissingen.

Handleiding Verhoor
[Adri van Amelsvoort en Imke Rispens; Sdu Uitgevers, 2017]
Handboek voor de politie en andere opsporingsdiensten, OM en RM over de juridische, gedragswetenschappelijke en tactische aspecten van het verhoren van aangevers, getuigen en verdachten.

Finding the Truth in the Courtroom. Dealing with Deception, Lies, and Memories
[Henry Otgaar en Mark L. Howe (red.); Oxford University Press, 2017]
Wetenschappelijke inzichten op het gebied van misleiding en geheugen, en de implicaties daarvan in de rechtszaal.

Trudeke

Trudeke Sillevis Smitt

Freelance redacteur

Profile page
Advertentie